HC Zondag 36 en 37

Welkom
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
CatechisatieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Ga naar: 
student.lessonup.io

Slide 3 - Tekstslide

Derde gebod:

U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Derde gebod

Slide 5 - Woordweb

Namen hebben betekenis.
Mijn naam zegt wie ik ben.
A
Ja, dat is zo
B
Nee, ik zou niet weten wat mijn naam betekent
C
Nee, ik ben niet wat mijn naam betekent
D
Ik let niet op de betekenis van een naam

Slide 6 - Quizvraag

Donald Trump was president van de Verenigde Staten. De naam 'Donald' betekent
A
Wereldleider
B
Naprater
C
Donateur
D
Domme Eend

Slide 7 - Quizvraag

Bij Donald Trump denk ik aan
A
een man met een grote bek
B
een man met een witte kuif
C
een miljonair
D
een weldoener

Slide 8 - Quizvraag

'MacDonald' betekent: zoon van een wereldleider. Waar denk jij aan bij 'MacDonald'?
A
Eric Trump
B
Barron Trump
C
Donald Trump jr.
D
Een BigMac

Slide 9 - Quizvraag

In de Bijbel gaat het bij namen vaak om de betekenis of de boodschap. Noem eens voorbeelden:

Slide 10 - Woordweb

Abraham betekent:
A
Mijn vader is verheven
B
Afkomstig uit Haran
C
Arabische man
D
Vader van vele volken

Slide 11 - Quizvraag

Genesis 17: 1-5
Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HEERE aan Abram en zei tegen hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.
Ik zal Mijn verbond sluiten tussen Mij en u, en u uitermate talrijk maken.
Toen wierp Abram zich met het gezicht ter aarde en God sprak met hem:
Wat Mij betreft, zie, Mijn verbond is met u! U zult vader worden van een menigte volken.
U zult niet meer Abram heten, maar uw naam zal Abraham zijn, want Ik zal u vader van een menigte van volken maken.

Slide 12 - Tekstslide

In de Bijbel verandert God wel eens een naam van iemand. Bijv. Jacob wordt Israël. God doet dat
A
omdat Hij die naam mooier vind
B
omdat Jakob dat graag wilde
C
omdat Jakob een nieuw begin mag maken
D
omdat God niet meer aan Jakob wilde denken

Slide 13 - Quizvraag

Gen. 32: 27 en 28

En Hij zei tegen hem: Wat is uw naam? En hij antwoordde: Jakob.
Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen.

Slide 14 - Tekstslide

Genesis 35: 10 en 11
God zei toen tegen hem: Uw naam is Jakob, maar uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël zal uw naam zijn; en Hij gaf hem de naam Israël.
Verder zei God tegen hem: Ik ben God, de Almachtige. Wees vruchtbaar en word talrijk. Een volk, ja, een menigte van volken zal uit u ontstaan; koningen zullen uit uw lichaam voortkomen.

Slide 15 - Tekstslide

God heeft ook een naam met een boodschap. Hij heet Jahwe. Dat betekent:
A
Ik besta
B
Ik ben
C
Ik ben er bij
D
Ik zal er zijn

Slide 16 - Quizvraag

Exodus 3: 14

En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen:
IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.

Slide 17 - Tekstslide

Derde gebod: Gods naam niet misbruiken:
wat mag ik niet?
A
de naam Jahwe gebruiken
B
Gods reputatie naar beneden halen
C
God een slechte naam bezorgen
D
Gods naam oneigenlijk gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

Derde gebod: Gods naam niet misbruiken:
wat moet ik wel?
A
Met eerbied over God spreken
B
Gods naam groot maken
C
mijn mond houden over God
D
de naam van God bij alles noemen

Slide 19 - Quizvraag

Christenen vloeken niet

Slide 20 - Woordweb

Maakt het uit of een gelovige vloekt of dat een ongelovige dat doet?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Ik zeg er iets van als een ander vloekt.
A
Ja, altijd
B
Meestal wel
C
Soms wel, soms niet
D
Nee, nooit

Slide 22 - Quizvraag

Wat doe jij als er gevloekt wordt op de radio/televisie
A
Niets, ik heb er geen last van
B
ik zap naar een andere zender
C
als het heel erg is, doe ik de radio/tv uit
D
anders, nl....

Slide 23 - Quizvraag

De doop verbindt Gods naam aan jou. Als jij slecht leeft, is dat misbruik van Gods naam.
A
Eens
B
Oneens

Slide 24 - Quizvraag

Christenen vloeken niet (als het goed is). Waar lopen zij het meeste gevaar van overtreding van het derde gebod?

Slide 25 - Open vraag

Bidden kan misbruik van Gods naam zijn
A
Eens
B
Oneens

Slide 26 - Quizvraag

HC Zondag 36, v/a 99

Wat eist God in het derde gebod?

Dat wij Gods naam niet lasteren of misbruiken door vloeken of door een valse eed en evenmin door onnodig zweren.
Verder dat wij ons ook niet door zwijgen of toelaten aan zulke gruwelijke zonden mee schuldig maken.
Kortom, dat wij de heilige naam van God alleen met ontzag en eerbied gebruiken, zodat Hij door ons naar waarheid beleden en aangeroepen en in al onze woorden en werken geprezen wordt.

Slide 27 - Tekstslide

HC Zondag 36, v/a 100

Is het lasteren van Gods naam door zweren en vloeken dan zo’n grote zonde, dat God ook toornt tegen hen die het vloeken en zweren niet zoveel mogelijk helpen tegengaan en verbieden?

Ja zeker, want geen zonde is groter en wekt Gods toorn meer op dan het lasteren van zijn naam. Daarom heeft Hij op deze zonde de doodstraf gesteld.

Slide 28 - Tekstslide

Leviticus 24: 16

Wie de Naam van de HEERE lastert, moet zeker ter dood gebracht worden. Heel de gemeenschap moet hem zeker stenigen. Zowel de vreemdeling als de ingezetene moet zeker gedood worden als hij de Naam gelasterd heeft.

Slide 29 - Tekstslide

HC Zondag 37

Zweren van een eed

Slide 30 - Tekstslide

Denk je dat je daar ooit eens voor komt te staan in je leven?

Slide 31 - Woordweb

Mattheüs 5: 33-37
Verder hebt u gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult de eed niet breken, maar u zult voor de Heere uw eden houden.
Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God;
niet bij de aarde, want dat is de voetbank van Zijn voeten; en ook niet bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning.
Ook bij uw hoofd mag u niet zweren, want u kunt niet één haar wit of zwart maken;
maar laat uw woord ja ja zijn en uw nee nee; wat hierboven uitgaat, is uit de boze.

Slide 32 - Tekstslide

Welke conclusie trek je hieruit als het gaat om het zweren van een eed?

Slide 33 - Woordweb

Misbruik de naam van God niet. Mag je een ongelovige dan wel een eed laten zweren?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Een eed zweren doen we niet in de kerk
A
Eens
B
Oneens

Slide 35 - Quizvraag

HC Zondag 37, v/a 101
Maar kan men ook godvrezend bij de naam van God zweren?

Ja, wanneer de overheid het van haar onderdanen eist of in geval van nood, om daardoor trouw en waarheid te bekrachtigen, en dat tot eer van God en tot heil van de naaste.
Want zo'n eed is op Gods Woord gegrond en werd daarom door de heiligen in het oude en nieuwe verbond terecht gebruikt.

Slide 36 - Tekstslide

HC Zondag 37, v/a 102

Mag men ook bij de heiligen of andere schepselen zweren?

Nee, want rechtmatig zweren is God aanroepen, of Hij, die als enige het hart kent, voor de waarheid wil getuigen en mij wil straffen, indien ik vals zweer. Deze eer komt aan geen schepsel toe.

Slide 37 - Tekstslide

Einde

Volgende keer:


HC Zondag 38

Slide 38 - Tekstslide

Contact:

Slide 39 - Tekstslide