Havo 3 la négation

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

La négation

Les objectifs du cours

Een Franse zin ontkennend maken

De ontkenning (niet/geen)

In het Nederlands = Niet/geen

In het Frans 2 woorden: Ne ... pas

Je zet deze om de persoonsvorm heen:

Je mange = Ik eet

Je ne  mange pas = Ik eet niet (mange=pv)

Nous donnons beaucoup = wij geven veel.

Nous ne donnons pas beaucoup. = Wij geven niet veel

Maak de volgende zin ontkennend door ''ne'' en ''pas'' aan de zin toe te voegen. Schrijf de hele zin op.
On chante bien. = men zingt goed

Maak de volgende zin ontkennend door ''ne'' en ''pas'' aan de zin toe te voegen. Schrijf de hele zin op.
Tu marches vite. = jij loopt snel

Maak de volgende zin ontkennend door ''ne'' en ''pas'' aan de zin toe te voegen. Schrijf de hele zin op.
Nous voyageons au Maroc cet été. = wij reizen naar Marokko deze zomer.

Les négations: Er zijn meer ontkenningen dan ''niet/geen'' 

nooit = ne/n’ … jamais

niet/geen meer = ne/n’ … plus

nog niet = ne/n’ … pas encore

niemand = ne/n’ … personne

niets = ne/n’ … rien

helemaal niet = ne/n’ … pas du tout

nooit meer = ne/n’ … plus jamais

Deze moet je gewoon leren

Let op!

Na een ontkenning verandert het lidwoord (un/une/du/de la/ de l’/des) in DE of D’ (voor klinker of stomme H)

Exemple: Je fais du sport  Je ne fais pas de sport.

   Je bois de l’eau  Je ne bois jamais d’eau

   Je mange des chips  Je ne mange plus de chips

Hoe zou je c'est ontkennend moeten maken (met ne ... pas)?

Uitzonderingen

C'est = Het is

Ce n'est pas = het is niet

Zelf oefenen!

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Je fais mes devoirs (nooit)

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- il travaille dans une entreprise (niet meer)

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Vous faites aujourd'hui (niets)

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Vous arrivez tard (nog niet)

Maak de zin ontkennend met de ontkenning die tussenhaakjes staat. Schrijf de hele zin over.
- Tu marches la promenade (niet/geen)

Ik snap nu de ontkenningen en ik denk als ik leer dat ik de ontkenning goed kan toepassen.

Oui

Un peu

Non