2 KM/MH H4 meewerkend voorwerp
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Jan gaf de toets aan de leraar.
Wat is 'de toets'?
Wat is 'de toets'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 2 - Quizvraag
Welke stappen van zinsontleding ken je?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Is dit een meewerkend voorwerp?
Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten
Sophie doet jou de groeten
A
Geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 7 - Quizvraag
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde
