Bedrijvende en lijdende vorm

Thema 4 - les 7
Lesdoel:
  • Ik weet het verschil tussen een bedrijvende en lijdende zin.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 - les 7
Lesdoel:
  • Ik weet het verschil tussen een bedrijvende en lijdende zin.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen van zinnen ontleden
Oefenen met bedrijvende en lijdende zin
Opdrachten maken uit het boek
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

"Vandaag ga ik naar het voetbalveld."
Wat is de persoonsvorm?
A
voetbalveld
B
naar
C
ga
D
vandaag

Slide 3 - Quizvraag

"Ik heb gisteren de hele avond Netflix gekeken."
Wat is het onderwerp?
A
heb
B
Netflix
C
gisteren
D
ik

Slide 4 - Quizvraag

"Ik ga naar school lopen"
Wat is het gezegde?
A
ga lopen
B
ik ga
C
ga naar school
D
naar school

Slide 5 - Quizvraag

"Morgen koop ik schoenen."
Wat is het lijdend voorwerp?
A
ik
B
morgen
C
schoenen
D
koop

Slide 6 - Quizvraag

Bedrijvende vorm




In een bedrijvende zin is het onderwerp actief: het voert de handeling van het gezegde uit.
Voorbeeld: Moriah deelt de schriften uit.

Slide 7 - Tekstslide

Lijdende vorm




Iets wordt door iemand gedaan.
Voorbeeld: De schriften worden door Moriah uitgedeeld.

Slide 8 - Tekstslide

Dus...
Bij de bedrijvende vorm doet iemand iets.
Bij de lijdende vorm wordt iets door iemand gedaan.

Slide 9 - Tekstslide

Van bedrijvend naar leidend
1. Zoek de persoonsvorm in de zin.
2. Maak er een voltooid deelwoord van.
3. Zet het lijdend voorwerp vooraan.
4. Zet er een vorm van 'worden' achter.
5. Zet voor het onderwerp 'door'.
6. Maak nu de lijdende zin.

Slide 10 - Tekstslide

De artiest deelt handtekening uit.
1. Zoek de persoonsvorm in de zin. DEELT
2. Maak er een voltooid deelwoord van. UITGEDEELD
3. Zet het lijdend voorwerp vooraan. LV = HANDTEKENINGEN (wat deelt de artiest uit?)
4. Zet er een vorm van 'worden' achter. 
5. Zet voor het onderwerp 'door'. OW = DE ARTIEST
6. Maak nu de lijdende zin.
Handtekeningen worden uitgedeeld door de artiest.

Slide 11 - Tekstslide

De jury geeft een cijfer.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 12 - Quizvraag

De dressuur wordt door Inna goed uitgevoerd.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 13 - Quizvraag

Inna ontvangt een prijs.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 14 - Quizvraag

Inna´s naam wordt omgeroepen door de jury.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 15 - Quizvraag

Haar paard wordt ook door de jury geprezen.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 16 - Quizvraag

Ina bedankt haar paard.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 17 - Quizvraag

Maak de zin lijdend:
"Seham kocht vrijdag een boek."

Slide 18 - Open vraag