week 5 les 1: punt, uitroepteken, vraagteken

Lezen
De rest van de week heb je bij Nederlands/ taalflex een laptop en oortjes nodig.
timer
6:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen
De rest van de week heb je bij Nederlands/ taalflex een laptop en oortjes nodig.
timer
6:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg waar we deze twee weken aan gaan werken.
- Leerdoel bespreken.
- Instructie.
- Zelfstandig werken.
- Bekijken of je het leerdoel hebt behaald.

Slide 2 - Tekstslide

Waar gaan we aan werken?
De komende twee weken gaan we verder met taalverzorging (leestekens).

 De volgende leestekens gaan we behandelen:
punt, komma, puntkomma, dubbele punt, uitroepteken, vraagteken, aanhalingsteken en hoofdletters. 

Waarom moet je dit leren, waarvoor heb je dit nodig? 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom leestekens gebruiken?

Zonder leestekens kan een zin lastig zijn om te lezen. Probeer je nu maar eens voor te stellen hoe een hele tekst zonder leestekens eruit ziet en hoe moeilijk zo'n tekst zou zijn om te lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel:


Ik kan punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken. 

Slide 5 - Tekstslide

Instructie:
- Wanneer gebruik je een punt?

- Wanneer gebruik je een hoofdletter?

- Wanneer gebruik je een uitroepteken?

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen......
Wat moet komt er achter?

1. Hou op
2. Morgen ga ik naar school
2. Stop
3. Ga jij zwemmen 

Slide 7 - Tekstslide

Extra uitleg opdracht 3 en 5
- Opdracht 3.

- Bij opdracht 5 schrijf je het stukje helemaal over en voeg je de juiste leestekens toe. 

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag op bladzijde 224/225:
- Maak opdracht 1 t/m 5.

- Kijk je werk na. 

- Klaar? Nog even lezen of puzzelen.
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Heb je het leerdoel gehaald?

Bij een score van 70% of hoger heb je het leerdoel gehaald.

Zet hem op!!

Onthoud: de rest van de week heb je bij Nederlands/ taalflex een laptop en oortjes nodig.

Slide 10 - Tekstslide