• Laat twee witregels tussen.
• Nu begin je aan de inhoud van je brief: gebruik verschillende alinea’s. Na elke alinea volgt één witregel. Welke inhoud geef je aan je alinea’s?
• Je laat opnieuw twee witregels tussen
en sluit nu je brief af met een slotformule.
Geef hier eens een voorbeeld van?
(HL + komma)
• Na een witregel volgt je naam
of je handtekening en je naam.