In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Nederlands 0R8B 5 januari
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
Aan het eind van de les:
kun je de gebiedende wijs maken
weet je wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe je dat schrijft
heb je feedback gekregen op je eerste versie voor de fiets-advertentietekst
Slide 2 - Tekstslide
Gebiedende wijs: weet je het nog?
Slide 3 - Tekstslide
Welke werkwoordsvorm is een gebiedende wijs?
A
maken
B
maakt
C
maak
D
maakte
Slide 4 - Quizvraag
Maak zelf de gebiedende wijs bij de volgende werkwoorden: openen, schrijven, bakken, helpen
Slide 5 - Open vraag
lees het volgende recept
Schrijf zelf minstens 4 werkwoorden die in de gebiedende wijs staan op een blaadje op.
Je moet het daarna hier in LessonUp typen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Welke werkwoorden in de gebiedende wijs heb je gevonden?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
bijvoeglijk naamwoorden
Slide 10 - Tekstslide
mensen, dieren, dingen, planten, namen en begrippen zijn:
A
zelfstandig naamwoorden
B
bijvoeglijk naamwoorden
C
werkwoorden
D
voorzetsels
Slide 11 - Quizvraag
Lopen, nakijken, gapen, skateboarden en invullen zijn voorbeelden van
A
Bijvoeglijk naamwoorden
B
voorzetsels
C
zelfstandige naamwoorden
D
werkwoorden
Slide 12 - Quizvraag
mooie, gezellige, rode, groot
zijn voorbeelden van
A
zelfstandig naamwoorden
B
bijvoeglijk naamwoorden
C
werkwoorden
D
voorzetsels
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoorden
De mooie jas.
Het lelijke schilderij.
De rode fiets.
De zilveren ketting.
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden:
De slimme leerling haalde een goed cijfer.
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
Vul in: Welke bijvoeglijk naamwoorden zijn allemaal goed? De .... jongen heeft een ..... jas aan en woont in een .... huis
A
aardig, rode, groot
B
aardige, rood, groot
C
aardige, rode, grote
D
aardige, rode, groot
Slide 18 - Quizvraag
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Tekstslide
Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen we hier neer zetten?
stoel
Slide 20 - Woordweb
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt.
Vuistregel: de uitgang eindigt altijd op -en.
goud + en / zilver + en/ koper + en
hout + en/ wol + len
riet + en
Slide 21 - Tekstslide
Uitzondering
De uitzonderingingen zijn moderne stoffen:
plastic
nylon
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht: challenge
Kijk het volgende filmpje. Schrijf alle bijvoeglijk naamwoorden op die je hoort en ziet. Wie heeft de meeste gevonden?
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Bij de uitleg:
zilveren
eiken
leren
aluminium
plastic
nylon
In de challenge:
stoffen
plastic ( en roze)
nylon
kartonnen
papieren
glazen
houten
Slide 25 - Tekstslide
Zelf oefenen: huiswerk voor morgen
Maak in Nu Nederlands Boek B - of aan de computer
Spelling en Grammatica 4.4 bijvoeglijk naamwoord.
Theorie lezen en maken opdracht 1, 2,3 en 5
Slide 26 - Tekstslide
schrijfopdracht advertentie
Slide 27 - Tekstslide
weet je het nog?
Schrijven in fasen:
Fase 1: oriënteren; wat moet ik doen? en plannen: een schrijfplan maken
Fase 2: uitvoeren
Fase 3: nakijken, feedback vragen en verbeteren
Slide 28 - Tekstslide
Welke uitspraak past het beste bij jou?
A
Ik heb wel een schrijfplan gemaakt, maar nog geen tekst
B
Ik heb niets gemaakt
C
Ik heb wel een advertentietekst gemaakt, maar geen schrijfplan
D
Ik heb een schrijfplan en een advertentietekst gemaakt
Slide 29 - Quizvraag
Pak je opdracht erbij
Bij de volgende vraag maak je een foto van jouw afvertentietekst. Die foto selecteer je en upload je naar LessonUp
Slide 30 - Tekstslide
Maak een foto van jouw advertentietekst en plaats hier
Slide 31 - Open vraag
Staat alle inhoud in de tekst?
de inhoud:
merk, model, kleur en bijzonderheden zijn genoemd
minimaal drie argumenten
leuke actie
Is alles goed geschreven?
Welke bijvoeglijk naamwoorden zie je? Zijn ze goed geschreven?
Staan er hoofdletters en punten waar nodig?
Spelling correct?
Slide 32 - Tekstslide
Vraag ook feedback aan een klasgenootje (via mail of telefoon)
Via Blackboard moet je volgende week de opdracht inleveren: de eerste versie én de nette versie in één bestand onder elkaar. (dus kopieer je tekst en verbeter in de onderste versie)
Slide 33 - Tekstslide
morgen....
nog een keer Nederlands om 11 uur (niet om half 11...)
weer laptop, mobiel of tablet
pen en papier
boek A en B bij de hand
Slide 34 - Tekstslide
Huiswerk
tekst advertentie afmaken
Boek B bijvoeglijk naamwoorden oefenen opdracht 1,2,3 en 5 (blz 187 - 189 boek B)