Thema 1.1 +1.2 organen en cellen

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 1 Organismen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 1 Organismen

Slide 1 - Tekstslide

Lesverloop
  1. 5 min lezen
  2. Terugkoppelingsvragen
  3. Uitleg
  4. Kennisvragen
  5. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

LEERDOELEN
1 Je kunt de levenskenmerken benoemen en je weet wat een organisme is.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een organisme?

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn de levenskenmerken?

Slide 6 - Woordweb

Organisme = levend wezen
Bacterie
Planten
Schimmels
Dieren

Slide 7 - Tekstslide

Levenskenmerken




        


                                                                                                                             Stofwisseling: Omzetten van stoffen naar andere stoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Levenskenmerken

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkeling & Groei

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Groei: Het groter en zwaarder worden van een organisme
Ontwikkeling: verandering in de bouw van een organisme

Slide 12 - Tekstslide

Levenscyclus en levensloop
Wat is het verschil van een levenscyclus en levensloop?
Individu
(één enkel organisme)

Slide 13 - Tekstslide

Levenscyclus
Levenscyclus
  • geboren worden
  • groeien
  • ontwikkelen
  • voortplanten
  • sterven
geboren worden
groeien
ontwikkelen
voortplanten
sterven

Slide 14 - Tekstslide

Thema 1 Organen en cellen
Basisstof 2: Bouw van een organisme

Slide 15 - Tekstslide

LEERDOELEN
1 Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.
2 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies.
3 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.
4 Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.
5 Je kunt de stappen van een celdeling noemen.

Slide 16 - Tekstslide

Bouw organisme (groot naar klein)

Slide 17 - Tekstslide

Organisatieniveau
    Cel         -         weefsel         -         orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Orgaanstelsels
Organen die samenwerken noem je
orgaanstelsels. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Organisatieniveau's
Cel         -         weefsel         -            orgaan        -         orgaanstelsel     -   organisme
(kleinste)                                                                                                                      (grootste)

Tussencelstof

Slide 22 - Tekstslide

Plant vs diercel

Slide 23 - Tekstslide

Vragen voor jullie

Slide 24 - Tekstslide

De organisatieniveau's van klein naar groot:
A
Cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels
B
orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels

Slide 25 - Quizvraag

Alle cellen bestaan uit organen
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Bijna alle organen zijn opgebouwd uit cellen
B
Alle cellen zien er hetzelfde uit
C
Cellen kun je met het blote oog zien
D
Het celmembraan is een vlies om de cel

Slide 27 - Quizvraag

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt orgaan genoemd?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een groep organen die samenwerken noem je:
A
Organen
B
Orgaanstelsels
C
Samenwerkende cellen
D
Cellen

Slide 29 - Quizvraag

Aan het werk
Maken
  • basisstof 1+2
  • test jezelf
  • Filmpje kijken basisstof 3

Niet af? 
  • Zet het in jouw agenda


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide