Augvrijheid Hoe vrij ben jij en mensenrechten

Vrijheid
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrijheid

Slide 1 - Tekstslide

Doel
  • Nadenken over wat vrijheid voor jou betekent
  • Nadenken over wat vrijheid kan betekenen voor de ander
  • Nadenken over de grenzen aan vrijheid 

Onderwerpen:
-Ben je echt vrij om te zijn wie je wil zijn?
-vrijheid van meningsuiting
-vrijheid in het buitenland
-persvrijheid

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer voel jij je vrij?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Ben jij je bewust van je vrijheid?
A
dagelijks
B
soms
C
op bijzondere momenten
D
(bijna) nooit

Slide 5 - Quizvraag

Welke vrijheden heb je in NL?

Slide 6 - Woordweb

Zitten er grenzen aan jouw vrijheid?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Welke vrijheid zou je nooit op willen geven?

Slide 9 - Tekstslide

Mensenrechten

Slide 10 - Tekstslide

Welke mensenrechten ken je?

Slide 11 - Open vraag

Voor wie gelden de mensenrechten?
A
Voor iedereen in de EU
B
Voor ieder mens in Nederland
C
Voor ieder mens in de wereld

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vrij vind jij Nederlanders?
A
Heel vrij
B
Meestal wel vrij
C
Niet zo vrij
D
Helemaal niet vrij

Slide 13 - Quizvraag

opdracht:
-Ga op zoek naar de 30 universele rechten van de mens
-Worden er ook rechten NIET nageleefd in NL? 

Slide 14 - Tekstslide

Kant’s filosofie : vrijheid en verantwoordelijkheid 
-noodzakelijk om te veronderstellen dat de mens een vrij wezen is dat zelfstandig handelt.
-alleen dan kun je je afvragen of je gedrag moreel acceptabel is.
 -Kants ‘vrijheid’ is dus niet: kunnen doen en laten wat je wilt.
- vrijheid gaat juist samen met verantwoordelijkheid. 
-Een vrij en zelfstandig individu verplicht zichzelf als het ware om verantwoordelijk te handelen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Mensenrecht 29
1. Iedereen heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is.

2. In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal iedereen slechts onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap zijn.
3. Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe vrij ben je in NL?

Slide 18 - Open vraag