2024-?? terugblikken?

2023-11-13 Terugkijken op blok 3
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

2023-11-13 Terugkijken op blok 3

Slide 1 - Tekstslide

Ontwikkelingen in het team (Paula).
Vorige week PvB kerntaak 3
 - hoe kijken jullie hier op terug?
- iets gemist in de voorbereiding? 
Planning overige examens, stap voor stap.
 - geef aan als je iets nodig hebt.

 

Programma & Lesdoelen
- Vragen van jullie
- Terugblik blok 3
- Voorbereiden PvB's


Lesdoelen:
-  




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kahoot
join 

test 
jouw 
kennis

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

https://youtu.be/5vjPyo5gA4k
Bij diepe slaap rust het lichaam fysiek uit, hoewel tandenknarsen en slaapwandelen kunnen plaatsvinden.
Slaapstoornis boek: minimaal 3 weken/2 nachten + klachten overdag

Slide 6 - Tekstslide

Slaapstoornis boek: minimaal 3 weken/2 nachten + klachten overdag
https://schooltv.nl/video/katjas-bodyscan-in-de-klas-wat-doet-slaaptekort-met-je/

Slide 7 - Tekstslide

Lichamelijke processen tijdens non-REMslaap: afname van polsslag, bloeddruk en ademhaling, stofwisseling en temperatuur dalen, immuunsysteem wordt gestimuleerd, piekproductie van groeihormonen en maximale celdeling.
Tijdens de REM-slaap halen hersenen de essentie uit ervaringen van overdag en integreren deze nieuwe ervaringen met oudere→ geeft inzicht.

Slaapmedicatie NHG

NHG: Slaapmiddelen zijn alleen geïndiceerd bij hoge lijdensdruk en/of ernstig disfunctioneren overdag.
-Schrijf kortdurend (eenmalig) een kortwerkend slaapmiddel voor:
  10 tot 20 mg temazepam (ouderen 10 mg), of 10 mg zolpidem (ouderen 5 mg)
- Geef max. 5 tot 10 tabletten, altijd in combinatie met voorlichting en adviezen.
- Schrijf geen andere middelen voor, zoals melatonine of valeriaan.
- Laat vervolgrecepten niet via de assistent herhalen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benige of maligne tumor?
  • Benigne = goedaardig: 
geen invloed op omliggend weefsel

  • Maligne = kwaadaardig:
- celtype is anders dan omgevingscellen
- de tumor dringt het omliggende weefsel binnen (infiltratie) en vernietigt dat
- cellen kunnen losraken en nieuwe tumoren veroorzaken 
(uitzaaiing= metastase)

Slide 18 - Tekstslide

Snelle celdeling > groot aantal cellen= gezwel of tumor. 
Neoplasma= nieuwvorming van cellen.
Goedaardig kan ook verkeerd aflopen, hangt af van de plaats. bijv in hersenen of andere vitale organen. 
Meestal meerdere mutaties nodig voor kankercel ontspoort (schade aan DNA door externe factoren).
Behandeling kanker
  • Chirurgie
  • Radiotherapie
  • Geneesmiddelen
 -  Chemotherapie
- Doelgerichte therapie
- Hormonale therapie
- Immunotherapie
- Overige geneesmiddelen


Slide 19 - Tekstslide

Radiotherapie= celdodend dmv radioactieve straling. Tumor moet wel bereikbaar zijn.
Chirurgie= operatief verwijderen.
Combinatie van behandeling, steeds vaker individueel afgestemd. 
Lijkt genezing uitgesloten dan beoogde verbetering afwegen tegen belasting van de behandeling. Kwaliteit soms belangrijker dan verlenging. 
Oncologie= verzamelnaam voor verschillende groepen stoffen die rechtstreeks ingrijpen op celdeling=cytostatica. 
Chemotherapie
  • Busulfan
  • Capecitabine
  • Cyclofosfamide
  • Mercaptopurine
  • Methotrexaat

Intermitterende behandeling + gecombineerd gebruik

Slide 20 - Tekstslide

Capecitabine: remt de groei. (Dikke darm endeldarm rectum). Binnen 30 min. na de maaltijd innemen. 
Mercaptopurine: onderdrukt eigen afweer (leukemie, (ook bij cu of crohn)darmcellen).  's Avonds innemen. 
Drink pas melk, andere zuivelproducten of zure dranken zoals vruchtensap vanaf 1 uur na inname van de tabletten of de drank. Heeft u zuiveldranken of zure dranken gebruikt? Wacht 2 uur voor u de tabletten of de drank inneemt.

Advies emeticum

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immunotherapie


  • Afweersysteem:
       -  stimuleren: lichaam bestrijdt kankercellen
       - onderdrukken: orgaantransplantatie of auto-immuunziekte

  • Allergische reacties, risico op ontstekingen, uitslag

Voorbeelden:
azathioprine, ciclosporine, methotrexaat, mycofenolzuur



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige - Bloedgroeifactoren
  • Bloedcelaanmaak stimuleren en functie bloedcellen versterken

  • Toepassing: versnellen proces van bloedcelaanmaak


  • Dure geneesmiddelen
       - eisen aan voorschrijver: specialist
       - eisen aan indicatie: moet op het recept staan

Voorbeelden: epoëtine, darbepoëtine en filgrastim



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige - Corticosteroïden
  • Bijnierschorshormonen die de lichamelijke afweer laten dalen


  • Gunstig effect op: pijn,  stemming,  eetlust,  algemene lichaamsconditie

  • Na chronisch gebruik afbouwen 

Voorbeelden: prednisolon, dexamethason



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige - Interferonen
  • Afgeleid van lichaamseigen afweerstoffen

  • Afweer versterken: 
      - bijwerkingen van oncolytica bestrijden
      - bestrijden van kankercellen door het lichaam te stimuleren

  • Dure geneesmiddelen
Eisen aan vergoedingen: specialist

Voorbeelden: interferon alfa 2b, interferon bèta 1a




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten kanker
  • Carcinomen
- in het oppervlakteweefsel
- longkanker, (dik) darmkanker, baarmoederhalskanker, prostaatkanker, blaaskanker, borstkanker

  • Sarcomen
- in steun-, bind- en/of bloedvatenweefsel
- spieren, botten, zenuwen, vet

  • Systeemziekte
- in het bloed, bloedvormende organen en het lymfesysteem 
- leukemie (vermeerdering van witte bloedcellen)


                   80% van                               maligne                                 tumoren                   zijn carcinomen.

Slide 36 - Tekstslide

Oppervlakte=epitheel > cellen bovenste laag vormen van huid of slijmvliezen.
Sarcoom= weke delen> structuren en organen van het lichaam verbindt, ondersteunt en omvat. 
Iedere tumorsoort eigen behandeling.
Melanoom= pigmentmakende cellen, huid en oog.
Hematologische= bloed, lymfe, beenmerg en milt.
Metastase=kanker vanuit orgaan.
Bloedvormende organen: beenmerg, zwezerik=thymus (jonge kinderen) en lymfeklieren.

Welke vraag/vragen heb jij nog over de behandelde lesstof?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze les heb ik zinvol gevonden of....
toch niet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies