1.1 week 2b - les 3 Grip op informatie: Hoe rapporteren media?

Les 3 Grip of informatie: 
Hoe rapporteren media?

Duur les: 60 minuten
Unit Burgerschap/Mediawijsheid - MM - Module 1.1 
Door: J. van Mierlo & M. Montsanto


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Grip of informatie: 
Hoe rapporteren media?

Duur les: 60 minuten
Unit Burgerschap/Mediawijsheid - MM - Module 1.1 
Door: J. van Mierlo & M. Montsanto


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BUR 1.1 thema 'Branche in beeld'

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BUR 1.1 - Leerdoelen 

  1. Ik kan mijn eigen normen en waarden benoemen en uitleggen welke normen en waarden gelden in de branche waar ik voor word opgeleid en welke normen en waarden gelden in mijn persoonlijke leefomgeving.
  2. Ik kan verklaren hoe mijn online identiteit is opgebouwd. Hoe ik mijn online privacy kan beschermen en hoe ik dien om te gaan met de persoonsgegevens van iemand anders.
  3. Ik ben kritisch op verkregen informatie door genoemde bronnen te achterhalen. Ik kan uitleggen waar je op moet letten om de beoordelen of een bron juiste informatie bevat.
  4. Ik kan feiten en mening onderscheiden. Ik baseer mijn mening op argumenten die ik kan onderbouwen met betrouwbare bronnen. Daarnaast noem ik voorbeelden om mijn verhaal kracht bij te zetten.
  5. Ik kan verschillende vormen van democratie en rechtstaat van elkaar onderscheiden en met elkaar vergelijken. Daarnaast kan ik de functie van media in een rechtstaat benoemen.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezig?
Fysieke les:
  • aanwezigheidsregistratie

Online les:
  • Typ aanwezig in 'Teams chat'
  • Als je de les verlaat typ je 'afwezig'
  • Naar de wc? Laat het even weten in de chat.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag
  • Terugkijken op vorige week (opdracht verschillende perspectieven)
  •  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag:
3) “Ik ben kritisch op verkregen informatie door genoemde bronnen te achterhalen. Ik kan uitleggen waar je op moet letten om de beoordelen of een bron juiste informatie bevat.” 

4) “Ik kan feiten en mening onderscheiden. Ik baseer mijn mening op argumenten die ik kan onderbouwen met betrouwbare bronnen. Daarnaast noem ik voorbeelden om mijn verhaal kracht bij te zetten.” 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
  • De student kan beoordelen of een bron betrouwbaar is en kan dit onderbouwen met argumenten.
  • De student kan meerdere bronnen vinden via een kanaal, zoals Facebook, nos.nl, nu.nl, Twitter, etc.
  • De student kan de mediaboodschap van nieuwskanalen met elkaar vergelijken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginsituatie...
"Je beseft dat het format van een mediaboodschap de inhoud die wordt overgedragen bepaalt: het Journaal, bijvoorbeeld belicht een thema anders dan een entertainmentprogramma; een krant anders dan een nieuws-app."

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vorige les...
  • Je weet waarop gelet kan worden bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van een bron. 
  • Ook heb je in de voorgaande lessen ondervonden dat er verschillende perspectieven ingenomen worden door verschillende media. 
  • Het besef dat het nieuwskanaal invloed heeft op het perspectief, dat heb je nog niet, en daar gaan we vandaag mee aan de slag! 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Woordweb

*
  • Bespreek de antwoorden. Mogelijke reacties kunnen zijn: vermaken, informeren, overtuigen, beïnvloeden, geld verdienen, onthullen.
Wat is een kenmerk van een betrouwbare bron?
A
Het onderwerp op de website is ook het onderwerp van je verslag.
B
De website is pas nog vernieuwd.
C
De informatie op de website wordt onderbouwd met bronvermeldingen.
D
De website staat bij de eerste tien zoekresultaten.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie criteria waar je op kunt letten bij het bepalen of een bron betrouwbaar is.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welk doel maken journalisten artikelen?

Slide 14 - Open vraag

*
 (Vermaken, informeren, overtuigen, beïnvloeden, geld verdienen, onthullen)
Via welk kanaal volg jij het nieuws?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
- Jullie gaan een grote mondiale gebeurtenis via verschillende nieuwskanalen volgen. 
- Kies een thema dat op verschillende nieuwskanalen wordt besproken (klimaatverandering)
- Elke groep gaat via een eigen nieuwskanaal onderzoeken hoe de gebeurtenis wordt besproken op dat kanaal.
- Jullie schrijven op een A3-poster hoe het thema wordt besproken.
- Na 30 minuten bespreken we wat er is gevonden door jullie over het thema via het nieuwskanaal. Zorg dat je bevindingen gestructureerd weer zijn gegeven. Bovenaan schrijven je het het kanaal en daaronder de bevindingen.
  • Je kan jezelf de volgende vragen stellen:
  • Hoeveel artikelen zijn er te vinden over het thema op het kanaal?
  • Wat is de toon van de artikelen? Is de schrijver positief of negatief? Welke emotie kun je terugvinden in het artikel?
  • Wordt er in tekst aandacht besteed aan het onderwerp? Zijn er ook foto’s of video’s te vinden?
  • Hoe wordt het onderwerp gepresenteerd? Staat het op de voorpagina? Groot in beeld? Of moet je goed zoeken voor je er iets over vindt?
  • Wie wordt aan het woord gelaten? Welke experts worden bevraagd?
  • Wat is het doel van de artikelen? Word je geïnformeerd? Aangezet tot handelen? Overtuigd? Vermaakt? Etc.
timer
30:00

Slide 16 - Tekstslide

*
Om studenten op gang te helpen, kun je de volgende vragen stellen:

Hoeveel artikelen zijn er te vinden over het thema op het kanaal?
Wat is de toon van de artikelen? Is de schrijver positief of negatief? Welke emotie kun je terugvinden in het artikel?
Wordt er in tekst aandacht besteed aan het onderwerp? Zijn er ook foto’s of video’s te vinden?
Hoe wordt het onderwerp gepresenteerd? Staat het op de voorpagina? Groot in beeld? Of moet je goed zoeken voor je er iets over vindt?
Wie wordt aan het woord gelaten? Welke experts worden bevraagd?
Wat is het doel van de artikelen? Word je geïnformeerd? Aangezet tot handelen? Overtuigd? Vermaakt? Etc.

Slide 17 - Tekstslide

*
Om studenten op gang te helpen, kun je de volgende vragen stellen:

Hoeveel artikelen zijn er te vinden over het thema op het kanaal?
Wat is de toon van de artikelen? Is de schrijver positief of negatief? Welke emotie kun je terugvinden in het artikel?
Wordt er in tekst aandacht besteed aan het onderwerp? Zijn er ook foto’s of video’s te vinden?
Hoe wordt het onderwerp gepresenteerd? Staat het op de voorpagina? Groot in beeld? Of moet je goed zoeken voor je er iets over vindt?
Wie wordt aan het woord gelaten? Welke experts worden bevraagd?
Wat is het doel van de artikelen? Word je geïnformeerd? Aangezet tot handelen? Overtuigd? Vermaakt? Etc.
Verdiepingsopdracht
  • Het checken van bronnen op betrouwbaarheid gaat soms ook grandioos mis. 
  • Denk bijvoorbeeld aan de Deventermoordzaak. De weduwe Wittenberg wordt vermoord door wurging en vijf messteken in haar borstkas. Ernest Louwes wordt veroordeeld, nadat al het DNA-bewijs naar hem wijst. Toch blijft hij zelf ontkennen dat hij het heeft gedaan. De ‘klusjesman’ van de weduwe, Michael de Jong, wordt door anderen ook als mogelijke verdachte gezien. 
  • Zelfs nadat er een tweede onderzoek en een tweede rechtszaak komt en Ernest Louwes opnieuw wordt veroordeeld, blijven er mensen de klusjesman verdenken.

Slide 18 - Tekstslide

*
  • Het checken van bronnen op betrouwbaarheid gaat soms ook grandioos mis. Denk bijvoorbeeld aan de Deventermoordzaak. De weduwe Wittenberg wordt vermoord door wurging en vijf messteken in haar borstkas. Ernest Louwes wordt veroordeeld, nadat al het DNA-bewijs naar hem wijst. Toch blijft hij zelf ontkennen dat hij het heeft gedaan. De ‘klusjesman’ van de weduwe, Michael de Jong, wordt door anderen ook als mogelijke verdachte gezien. Zelfs nadat er een tweede onderzoek en een tweede rechtszaak komt en Ernest Louwes opnieuw wordt veroordeeld, blijven er mensen de klusjesman verdenken.

Slide 19 - Video

*
Kijk naar deze video waarin de zaak wordt samengevat. Je hoort ook fragmenten uit de podcast die in 2021 erover is gemaakt. In de podcast wordt kritiek geuit op de manier waarop Maurice de Hond als expert meerdere malen in talkshows wordt uitgenodigd. Dit terwijl hij zelf geen directe connectie heeft met de moordzaak en daarnaast als opiniepeiler misschien niet een passende expert is.

Slide 20 - Tekstslide

*
Voer een ‘stille wanddiscussie’. Je schrijft het woord expert op een flipover of (digi)bord en tekent hier omheen een rondje. Iedere student krijgt de ‘beurt’ om rondom het rondje met het woord een mindmap starten door een tak te tekenen. Er mag niet gesproken worden. Studenten mogen aanvullingen maken op takken die al getekend zijn, maar ze mogen ook een nieuwe tak starten. Gedurende 10 minuten krijgen studenten de tijd om in stilte toevoegingen te doen. Zorg dat elke student ten minste één aanvulling doet. Na ongeveer 10 minuten doorbreek je de stilte. Praat met de groep over het resultaat. Vraag studenten hun input toe te lichten en laat verbindingen leggen. Je kunt ervoor kiezen onderwerpen te clusteren, of centrale conclusies te trekken.

TIP: bij een online les kan deze werkvorm met Mindmeister worden gedaan. Dit is een tool waarmee je online een mindmap kunt maken. Verschillende studenten kunnen tegelijkertijd in de mindmap toevoegingen doen.
Reflecteer op de verschillende mediakanalen. Welk kanaal is volgens de student het meest betrouwbaar? Waarom juist dat kanaal? Welke kanaal is niet zo betrouwbaar? Waarom denk je dat?
Welk kanaal ga je nu gebruiken, met de kennis van deze les?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit was BUR/MEW. Dank! 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies