In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
1. Wat constateert de RSPCA volgens dit artikel?
Slide 1 - Open vraag
2. Welke van de volgende titels past bij deze tekst?
Slide 2 - Open vraag
3.“Shark repellent wetsuit” (titel) Hoe beschermt dit pak je tegen haaien?
Slide 3 - Open vraag
4. Waarom heeft dit bericht over een vertraagde trein de krant gehaald?
Slide 4 - Open vraag
5. ended up in deep doodoo’ (eerste zin) Het artikel gaat over een ongeval. Naar welk deel van het ongeluk verwijst deze uitdrukking? Geef antwoord in het Nederlands.
Slide 5 - Open vraag
6. What point is made about today’s teenagers in paragraphs 1 and 2?
Slide 6 - Open vraag
7. How does paragraph 3 connect to paragraphs 1 and 2?
Slide 7 - Open vraag
8. ‘a prejudice that has had its day.’ (paragraph 4) Which of the following quotations refers to the prejudice mentioned here?
Slide 8 - Open vraag
9. Wat voor een soort tekst is ‘Do You Care?’
Slide 9 - Open vraag
10. “I was swept off my feet.” (paragraph 1) Why was Julie, writer of this article, swept off her feet?
Slide 10 - Open vraag
11. How did Julie feel when watching football, according to paragraphs 2 and 3?
Slide 11 - Open vraag
12. What becomes clear from paragraph 4?
Slide 12 - Open vraag
13. “… he’d been honest about his passion for the club right from the start.” (alinea 5) Noteer het nummer van de alinea waarin dit al eerder genoemd is.
Slide 13 - Open vraag
14. “Paul’s face looked like someone had died.” (alinea 7) Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet een verklaring was voor Pauls gezichtsuitdrukking. Omcirkel achter elk nummer ‘wel’ of ‘niet’ in de uitwerkbijlage
Slide 14 - Open vraag
15. What becomes clear from paragraph 8?
Slide 15 - Open vraag
16. “Great, I can hardly wait…” (einde alinea 9) Welk gevoel geeft Julie hiermee aan?
Slide 16 - Open vraag
17. What does Jennifer explain in paragraph 1? Her handbag and her computer
Slide 17 - Open vraag
18. What is the most important thing Jennifer learned in Germany (paragraph 2)?
Slide 18 - Open vraag
19. Waar wordt Skype voor gebruikt? Geef van elk van de volgende activiteiten aan of Jennifer ze wel of niet noemt in alinea 3. Omcirkel achter elk nummer ‘wel’ of ‘niet’ in de uitwerkbijlage.
Slide 19 - Open vraag
20. Kies bij 20 in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
Slide 20 - Open vraag
21. Kies bij 21 in alinea 1 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
Slide 21 - Open vraag
22. Kies bij 22 in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
Slide 22 - Open vraag
23. Kies bij 23 in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
Slide 23 - Open vraag
24. “… I know she’ll make something of herself,” (alinea 3) In welke alinea zegt Natalie zelf iets over haar toekomst?
Slide 24 - Open vraag
25. What becomes clear about Natalie in paragraphs 4 and 5?
Slide 25 - Open vraag
26. Geef voor elk van de volgende beweringen aan of ze wel of niet als overeenkomst tussen Alice en Natalie in de tekst genoemd worden. Omcirkel achter elk nummer ‘wel’ of ‘niet’ in de uitwerkbijlage.
Slide 26 - Open vraag
27. What becomes clear from paragraphs 1 and 2?
Slide 27 - Open vraag
28. Geef van elk van de volgende beweringen over Jackie aan of deze juist of onjuist is volgens alinea 3. Omcirkel achter elk nummer ‘juist’ of ‘onjuist’ in de uitwerkbijlage.
Slide 28 - Open vraag
29. What are Jackie’s plans for the horses according to paragraph 4? She is going to
Slide 29 - Open vraag
30. How have some people reacted according to paragraph 5?
Slide 30 - Open vraag
31. What is said about Larry Moore in paragraph 1?
Slide 31 - Open vraag
32. Why was it impossible for Larry to get a permit according to paragraph 2?
Slide 32 - Open vraag
33. What becomes clear about Travis See in paragraph 3?
Slide 33 - Open vraag
34. Kies bij 34 in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
Slide 34 - Open vraag
35. How was Larry’s problem solved, according to paragraph 5?
Slide 35 - Open vraag
36. Geef van elk van de volgende beweringen over de tekst aan of deze juist of onjuist is. Omcirkel achter elk nummer ‘juist’ of ‘onjuist’ in de uitwerkbijlage.
Slide 36 - Open vraag
37. Geef van elk van de volgende handelingen aan of je dat wel of niet moet doen bij het bakken van een biefstuk volgens Anne Shooter. Omcirkel achter elk nummer ‘wel’ of ‘niet’ in de uitwerkbijlage.
Slide 37 - Open vraag
38. Welke reden had de schrijfster om dit artikeltje te schrijven? Ze is boos op