Aan het eind van de les:
- Ik kan in het practicumlokaal herkennen wat de voorzieningen zijn voor elektriciteit, gas en
water
- Ik kan de belangrijkste veiligheidsregels noemen
- Ik kan minstens vijf voorwerpen in het practicumlokaal benoemen die zorgen voor meer
veiligheid
- Ik kan veiligheidspictogrammen herkennen