11-09-24 Retailformule en doelgroep

Retail
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Retail

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik naar vorige week
Wat weet je nog? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent de term retail?
A
Verkopen van producten aan consumenten
B
Verkopen van producten aan bedrijven onderling
C
Weet ik niet meer, minder goed opgelet
D
Verkopen van zowel producten als diensten aan de consument

Slide 3 - Quizvraag

wat betekent retailformule
A
de manier waarop het bedrijf dingen verkoopt
B
hoe het bedrijf de klanten behandeld
C
wat de bedrijf verkoopt
D
hoeveel spullen ze in de winkel hebben

Slide 4 - Quizvraag

Belangrijke aandachtspunten bij de Retailformule ontwikkelen zijn:
A
kostprijs, omzet en brutowinst
B
imago, sfeer en klantenbinding
C
afzet, verkoopprijs en nettowinst
D
doelgroep, assortiment en concurrentiepositie

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de drie belangrijke onderdelen van de retailformule?
A
Concurrentiepositie, doelgroep en assortiment
B
Reclame, Logo, Doelgroep
C
Etalage, Hoe je gaat promoten, klachtenafhandeling
D
Assortiment, Logo, Etalage

Slide 6 - Quizvraag

Een voorbeeld van concurrentie is (kies het meest juiste antwoord):
A
De Hema en de Renaultgarage
B
De Blokker en de boekhandel
C
De Aldi en de Sting
D
De Lidl en de Plus

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor invloed heeft concurrentie op de prijs?
A
Geen invloed
B
Prijs zal stijgen
C
Prijs zal dalen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een doelgroep?

Slide 9 - Open vraag

Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel

Slide 10 - Quizvraag

Wie is de doelgroep van deze reclame uit 2012?

Slide 11 - Open vraag