IBO 11 - Deel 4 - woensdag 1 november 2023

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leskaarten 11.4 en 11.5

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie

Jullie krijgen van de docent een formulier om te reflecteren op het GIPS project.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/ of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.


In het kwalificatiedossier staat dit bij het werkproces ‘Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-woon- en leefomgeving’.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les...

  • Ik weet waar producten bewaard dienen te worden;
  • Ik weet wat de houdbaarheidsdatum van een product is;
  • Ik weet hoe ik moet serveren;
  • Ik weet wat de taken van een assistent dienstverlener zijn bij een buffet;
  • Ik kan een tafel indekken;
  • Ik weet hoe ik koffie en thee klaar moet maken;
  • Ik weet hoe ik koffie en thee moet serveren.


Slide 6 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Werkprocessen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je zult het misschien nu al doen, boodschappen. Voor jezelf, je gezin of misschien wel voor je stage. In de dienstverlening zie je dat je dit ook voor je stage, bedrijf, klanten moet doen. Sommige mensen kunnen dit niet meer zelf doen of je moet meehelpen om de boodschappen op te ruimen op de juiste plek.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen doen?

Houd deze volgorde aan:
1. Boodschappenlijst maken. Controleer voorraad en schrijf op hoeveel je nodig hebt
2. Budget bepalen. Hoeveel geld neem je mee, schrijf dit op!
3. Boodschappen doen. Houd je aan je lijstje en neem de kassabon mee!
4. Boodschappen controleren als je thuis bent. Kijk het kassabonnetje na en het wisselgeld. Geef de kassabon en het wisselgeld meteen terug.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen opruimen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de winkel:
Zorg dat producten uit de vriezer, als laatste in je winkelwagen gaan. Zo kunnen ze het minst hard ontdooien.

Waar ruim je de spullen thuis op?
Ingevroren producten gaan in de vriezer.
Droge spullen die niet bederven, kunnen in een keukenkast of voorraadkast
Bederfelijke spullen gaan in de koelkast. Wat je in de koelkast legt moet je goed afdekken. Je kunt hier huishoudfolie, plastic bakje of plastic zakje voor gebruiken. Dit is hygiënisch en het zo bederft het niet


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdrachten 16 tot en met 20

Vul de woordenlijst in.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je ook alweer
op letten als je
gasten ontvangt?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Koffie/thee serveren
Soms krijgen klanten een kopje koffie of thee. Daar zorg jij voor. Hoe doe je dat?
  • Vraag of de gast een kop koffie of thee wilt;
  • Je kunt eventueel vragen of de gast suiker en melk wilt of welk soort thee
  • Soms wordt er ook wel eens een kistje op tafel gezet met verschillende soorten thee
  • Herhaal voor de zekerheid de bestelling van de gasten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Eten bereiden en serveren
Serveren is het opdienen van een gerecht. Je kunt niet zomaar een bord neerzetten op de tafel. Daar zijn afspraken over. Je draagt de borden in je linkerhand. Je zet het bord voor de gast neer terwijl je rechts van hem staat.
Zorg dat je de gast zo min mogelijk tot last bent. Is er aan de rechterkant te weinig plaats, zet het bord dan neer terwijl je links van hem staat. Zorg dat het bord recht voor de gast komt.
Bij het afruimen neem je het bord weg aan de linkerkant, waar je de gast het minst hindert. Zonder morsen probeer je de borden op elkaar te stapelen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Bij het serveren zorg je dat je beleefd bent voor je klanten of cliënten. Je informeert of ze nog iets nodig hebben en of je nog iets voor ze kunt doen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdrachten 21, 22, 23, 24 en 27.

Vul de woordenlijst in.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11.6 Activiteit organiseren en de begroting maken
Soms assisteer je een cliënt/gast bij uitvoeren van een activiteit, bijvoorbeeld omdat de cliënt/gast dit niet alleen kan. Je blijft bij de cliënt en neemt samen aan de activiteit deel. Je let er dan op dat je alleen helpt met de taken die je ook echt mag doen. En je hebt tijdens het uitvoeren van je taken aandacht voor de cliënt.

Soms moet je ook zelf een activiteit kunnen organiseren. Bijvoorbeeld een spelletje doen met kinderen, een bingo met bejaarden, een teamactiviteit verzinnen voor je collega's.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het organiseren van een activiteit komen verschillende kwaliteiten van pas zoals:

Voorbereiden, samenwerken, organiseren, instructies geven. Maar ook omgaan met verschillende mensen, materialen inkopen of verzamelen, tijd bewaken en afstemming op de doelgroep zijn dingen waar je rekening mee moet houden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdrachten 29 tot en met 32.
(opdracht 33 hoeft niet)

Vul de woordenlijst in.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:


Bedenk een activiteit die wij tijdens de laatste les kunnen uitvoeren.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies