Les 4 week 40 Nederlands

Les 4 
Les Nederlands 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 4 
Les Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
Uitleg: 
- Werkwoordspelling voltooide tijd
- Pedagogisch klimaat
Thuis en op school/ de opvang


Uitvoeren: 
- Opdracht Pedagogisch klimaat
werken in studiemeter 
maken opdrachten leerwerkboek blz 52-54


Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling
voltooide tijd

Slide 3 - Tekstslide

Weet je het nog?

Slide 4 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden in de verleden tijd? > 
't sexy fokschaap

Sterke werkwoorden veranderen van klank > ik loop, ik liep.

Helder?
Verleden tijd

Slide 5 - Tekstslide

Voltooide tijd (voltooid deelwoord)
  • Voltooide tijd = iets is al gebeurd of afgerond!
  • Een voltooid deelwoord is een vervoegd werkwoord
  • Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge-, be-, her-, er-, ont- of ver- 
  • Bijvoorbeeld: gebeurd, ontvoerd, verdraaid.
  • Hoe spel je met het juiste voltooid deelwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Bijvoorbeeld het werkwoord 'maken' (zwak werkwoord)
Bijvoorbeeld het werkwoord 'lopen' (sterk werkwoord)
Ik maak > ik maakte
> een t bij de verleden tijd?
Dan bij het volt. deelwoord ook een t > ik heb gemaakt
> een d bij de verleden tijd?
Dan bij het volt. deelwoord ook een d >  ik zoende > ik heb gezoend
Ik loop > ik liep
> verandering van klank?
Dan bij het volt.  deelwoord  -en of -n > ik heb gelopen

Slide 7 - Tekstslide

Een paar voorbeelden:
  • Ik verken > ik verkende > ik heb verkend
  • Ik schilder > ik schilderde > ik heb geschilderd
  • Ik noteer > ik noteerde > ik heb genoteerd

  • Ik kook > ik kookte > ik heb gekookt
  • Ik tik >  ik tikte > ik heb getikt
  • Ik gebruik > ik gebruikte > ik heb gebruikt

  • Ik vind > ik vond > ik heb gevonden
  • Ik schrijf > ik schreef > ik heb geschreven
  • Ik geef > ik gaf > ik heb gegeven

Slide 8 - Tekstslide

Oefening: vul het juiste voltooid deelwoord in.
a. Ik heb vlak bij de kust ..... (snorkelen)
b. Ik heb het ver ..... (schoppen)
c. Ik heb een wedstrijd ..... (voetballen)
d. Ik heb mij enkel ..... (bezeren)
e. Ik heb met mijn hond ..... (lopen)
f. Ik heb de bal te hoog ..... (koppen)
h. Ik heb gisteren een toets ..... (maken)
i. Hij heeft met vals geld ..... (betalen)
j. De leraar heeft mij goed ..... (behandelen)
k. Hij heeft altijd in mij ..... (geloven)
l. De man heeft daar .... (inbreken)
m. Ik heb de muren van mijn kamer ..... (verven)
n. De kinderen hebben leuk ..... (spelen)
o. Ik ben laat naar huis ..... (gaan)
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

a. Ik heb vlak bij de kust gesnorkeld.
b. Ik heb het ver geschopt.
c. Ik heb een wedstrijd gevoetbald.
d. Ik heb mij enkel bezeerd.
e. Ik heb met mijn hond gelopen.
f. Ik heb de bal te hoog gekopt.
h. Ik heb gisteren een toets gemaakt.
i. Hij heeft met vals geld betaald.
j. De leraar heeft mij goed behandeld.
k. Hij heeft altijd in mij geloofd.
l. De man heeft daar ingebroken.
m. Ik heb de muren van mijn kamer geverfd.
n. De kinderen hebben leuk gespeeld.
o. Ik ben laat naar huis gegaan.
Antwoorden:

Slide 10 - Tekstslide



Pedagogiek
Pedagogisch klimaat
Thuis en in de klas/ op de opvang 

Slide 11 - Tekstslide


Waarom is opvoeden noodzakelijk?

Slide 12 - Open vraag


Opvoeden is:

Slide 13 - Open vraag

Het bieden van emotionele veiligheid. 
Stimuleren van de ontwikkeling van de sociale competenties.
Overdracht van waarden en normen.
Daan is vandaag voor het eerst op de groep. Er wordt extra aandacht aan Daan besteed om ervoor te zorgen dat hij zich op zijn gemak voelt. De leidsters zullen extra contact momenten met Daan hebben en hem laten merken dat hij 'gezien' wordt.
Het is onrustig op de bso-groep. Na de zomervakantie zijn er veel nieuwe kinderen gekomen. De kinderen kennen elkaar nog onvoldoende. De leidsters besluiten om een middag te organiseren waarop de kinderen steeds in wisselende groepjes een spelonderdeel volgen. 
Peter en Sam spelen buiten. Ze zijn baldadig. Op een gegeven moment verzamelen ze slakken uit de bosjes en trappen deze kapot. Ze moeten enorm lachen. De pedagogisch medewerker, Jasper, loopt naar de jongens toe en vraagt waar ze mee bezig zijn. Hij neemt de jongens direct mee naar binnen en legt uit dat dit niet kan. "Slakken zomaar doodmaken doen we hier niet", zegt Jasper.

Slide 14 - Sleepvraag

Opvoeding thuis

Slide 15 - Woordweb

Opvoeding in een organisatie

Slide 16 - Woordweb

Verschillen thuis en Organisatie 
Ouders
Organisatie
Sterke emotionele band 
Warme persoonlijke relatie
Levenslang 
Kortdurend
Een of enkele kinderen
Groep kinderen
Broers en zusjes; familie 
Geen Familie 
Weten veel van elkaar, en hebben verwachtingen voor de toekomst
Weten niet zo veel van elkaar; voornamelijk wat ze onlangs samen gedaan hebben en gaan doen in de groep
Thuisomgeving die is ingericht voor
volwassenen en kinderen

Speciaal voor kinderen ingerichte omgeving 
Geen pedagogische opleiding 
Professionele Pedagogische Opleiding 
Gezin en informele taakverdeling 
Professionele organisatie met arbeidsvoorwaarden 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Wat vind je van de opvoedtrucs die deze ouders geven?

Slide 19 - Open vraag

Opdracht 
  • Een goed pedagogisch klimaat kenmerkt zich door vaste regels en structuur en geeft daardoor voorspelbaarheid en rust. Omdat we een goed en veilig pedagogisch klimaat als voorwaarde zien om tot een goede ontwikkeling van leerlingen te komen, beantwoorden jullie onderstaande vragen:
  • Welke regels of schoolafspraken zijn er op deze opleiding. Maak een lijstje.
  • Welke regels vind je het meest belangrijk?
  • Leg uit waarom je dit vindt
  • Maak in groepjes van 3 a 4 studenten 10 groepsregels voor in een klas/ opvang : hoe willen jullie dat kinderen in de groep met elkaar omgaan? 
  • Visualeer de regels zodat ze in een klas opgehangen kunnen worden. 

Slide 20 - Tekstslide

Uitvoeren: 

* Opdracht Pedagogisch klimaat
* werken in studiemeter; Starttaal Online 3F - Taalverzorging - Werkwoordspelling -  Voltooid deelwoord- opdr. 2, 3 en 4
* maken opdrachten blz 52-54 leerwerkboek


"Huiswerk" voor volgende week:
Neem je favoriete kinderboek/ voorleesboek mee naar school


Slide 21 - Tekstslide