Lesson feedback plus Learnbeat 11.02

Fatima
Melda
Nicky
Merel
Dilana
Nora
Shannon
Sanne 
Isa
Anthony
Liam
Isil
Valentino
Jayde
Betul
Mirza
Jette
Talha
Carla
Amir
Zehra
Camilo
Sophie 
Emily
Berkan
Daantje 
Dwayne 
Teacher 
Blackboard 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fatima
Melda
Nicky
Merel
Dilana
Nora
Shannon
Sanne 
Isa
Anthony
Liam
Isil
Valentino
Jayde
Betul
Mirza
Jette
Talha
Carla
Amir
Zehra
Camilo
Sophie 
Emily
Berkan
Daantje 
Dwayne 
Teacher 
Blackboard 

Slide 1 - Tekstslide

Planning for today
Feedback "shopping spree"
10 minutes
Will/shall recap
10 minutes
 Learnbeat grammar together 
10 minutes
Planning in Learnbeat 
15 minutes 
Learn the words 
10 minutes
Homework: learnbeat
Goal: revise grammar Unit 4 

Slide 2 - Tekstslide

How did the process "Shopping spree " develop?
I made a plan and stack to it
I made a plan but didn't stick to it fully
I tried to make a plan but failed in realizing it
Honestly? It was go with the flow

Slide 3 - Poll

When did you start ?
At the moment I got the task
Once during the English class
Last Thursday
Last Thursday some time before the deadline
I haven't started yet

Slide 4 - Poll

Did you take all demands seriously?

Slide 5 - Poll

Your own ups and downs

Slide 6 - Open vraag

Lesdoel

Het kunnen toepassen van de  future in een Engelse zin.


Slide 7 - Tekstslide

Present simple
Present continuous
Future
He is 15 years old.
It's snowing in Canada
My parents are flying to Italy next week.
I will help you with your homework.

Slide 8 - Sleepvraag

Future >  shall/will
Gebruik:
- om iets aan te bieden
- bij beloftes
- bij aankondigingen
- bij besluiten
- voorspellingen doen waarvoor je geen bewijs hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Future > shall/will

Vorm:

Bij vragen waar je I en We gebruikt, moet je shall gebruiken.
Shall we go by taxi?

In alle andere vragen gebruik je will
Will they buy a new house?

Slide 10 - Tekstslide

Future >  Shall/will

In een bevestigende of ontkennende zin gebruik je alleen will.

Daarna volgt het hele werkwoord.
I will come to your party. I promise.


In ontkenningen voeg je not toe aan will.
will + not = won't
He won't come to school as he is ill.


Slide 11 - Tekstslide

Future >  to be going to

Gebruik:
- als iemand iets in de toekomst (niet) van plan is
- een voorspelling doen waarvoor je bewijs hebt.


Vorm:
am/are/is (vorm van to be) + going to + hele werkwoord

Slide 12 - Tekstslide

Future >  to be going to

Examples:


Look! He is going to fall off his bike!
Look at those dark clouds. It is going to rain. 
I am not going to hike tomorrow. I am too tired to hike.

Slide 13 - Tekstslide

Shall/ will + verb:
Gaat de actie zeker door bij de future in deze form?
A
Nee (niet waarschijnlijk)
B
Ja (waarschijnlijk)

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je "shall"?

Slide 15 - Open vraag

To be + going to + verb:
Gaat de actie zeker door bij de future in deze form?
A
Nee (niet waarschijnlijk)
B
Ja (waarschijnlijk)

Slide 16 - Quizvraag

To be + going to + verb:
Geef een voorbeeldzin bij deze vorm van de future.

Slide 17 - Open vraag

Which form of the future is correct here?
A
Do you think she is going to come soon?
B
Do you think she will come soon?

Slide 18 - Quizvraag

Which form of the future is correct here?
A
In the new year I'm going to stop eating so much junk.
B
In the new year I will stop eating so much junk.

Slide 19 - Quizvraag

Fill in a form of the future:
Look at the sky! It ____ (rain) soon!
A
will
B
going to rain
C
will rain
D
is going to rain

Slide 20 - Quizvraag

Fill in a form of the future:
I promise, I ____ (be) on time.
A
will
B
am going to
C
will be
D
am going to be

Slide 21 - Quizvraag

Shall/ will + verb:
Gaat de actie zeker door bij de future in deze form?
A
Nee (niet waarschijnlijk)
B
Ja (waarschijnlijk)

Slide 22 - Quizvraag

Shall/will+ verb:
Geef een voorbeeldzin bij deze vorm van de future.

Slide 23 - Open vraag

Goal achieved? After this lesson, you can explain the difference between the 2 forms of 'future' (toekomende tijd) and can use them in new sentences
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Now 
Learnbeat planning 
4.2 D-together 
This afternoon we'll be working on the vocab and the planning 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link