AF Digestie-apparaat, herhaling

Herhaling AF Digestie
Paraveterinairen Yuverta Houten 
3e leerjaar regulier/ 1e jaar verkort
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling AF Digestie
Paraveterinairen Yuverta Houten 
3e leerjaar regulier/ 1e jaar verkort

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen AF Digestie (=spijsverteringsapparaat)

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst....
Ga naar boek Anatomie- Fysiologie van het Ontwikkelcentrum, hfst 6.4: gebit
5 minuten om de tandformules uit je hoofd te leren 


Slide 3 - Tekstslide

Vertering is
A
de verbranding van voedingsstoffen in de cellen
B
het opnemen van voedseldeeltjes uit de darm
C
het verkleinen en opnemen van voedseldeeltjes

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

= dentine

= holte met zenuwen & vaten

= gingiva

Slide 6 - Tekstslide

Canini
Molaren
Diastema
Incisiva
Premolaren
Tandenloze ruimte
Valse kiezen
Hoektanden
Ware kiezen
Voortanden

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de tandformule van de halve bovenkaak van een volwassen hond?
A
3i 1c 2p
B
3i 1c 3p
C
3I 1C 3P 1M
D
3I 1C 4P 2M

Slide 8 - Quizvraag

Gebitselementen: 
links melkgebit, rechts volwassen gebit

Slide 9 - Tekstslide

Grote knipkiezen:
P4 boven (Plafond) en M1 beneden
Is dit een hond of een kat?

Slide 10 - Tekstslide

Nummers hoef je nu nog niet te kennen

Slide 11 - Tekstslide

Welk type dier heeft knobbelkiezen?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor

Slide 12 - Quizvraag

Wat wordt er in de maag geproduceerd?
A
Slijm, pepsine en Na-bicarbonaat
B
Zoutzuur, slijm en lipase
C
Zoutzuur, slijm en pepsine
D
Pepsine, slijm en gal

Slide 13 - Quizvraag

Palatum durum
Oesophagus
Caecum
Pharynx
Jejunum
Rectum
Karteldarm
Endeldarm
Keelholte
Strottehoofd
Luchtpijp
Slokdarm
Twaalfvingerige darm
Portier van de maag
Zachte gehemelte
Harde gehemelte
Blinde darm

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is de juiste darmvolgorde?
A
Jejunum, ileum, duodenum, caecum...
B
... Caecum, rectum, colon, anus
C
Duodenum, ileum, jejunum, caecum...
D
Duodenum, jejunum, ileum, caecum, colon...

Slide 15 - Quizvraag

Wat is NIET waar?
A
De anus heeft 2 soorten spierweefsel
B
Het rectum is voor de opslag van ontlasting
C
Het colon (karteldarm) haalt o.a. water uit de faeces
D
Het caecum is onmisbaar bij hond en kat

Slide 16 - Quizvraag

Gal is een emulgator. Dat is een ....
A
stof die vetten kan verkleinen
B
enzym dat vetten kan afbreken
C
stof die hemoglobine kan afbreken
D
eiwit voor de afweer

Slide 17 - Quizvraag

De enterohepatische kringloop zorgt ervoor dat ....
A
stoffen met de faeces worden uitgescheiden
B
gal niet verloren gaat
C
stoffen opnieuw door de darmen worden opgenomen
D
afvalstoffen via de gal of via de urine verdwijnen

Slide 18 - Quizvraag

Entero-hepatische kringloop
Lever breekt stoffen af
Uitgescheiden via urine, of met gal

Als uitscheiding via gal, dan kan het weer opgenomen worden door darmen -> via poortader weer naar lever

Slide 19 - Tekstslide

De pancreas maakt verschillende enzymen. Wat doet amylase?
A
Is voor koolhydraat-afbraak
B
Is voor vet-afbraak
C
Is voor eiwit-afbraak
D
Neutraliseert het maagzuur

Slide 20 - Quizvraag

Het maagdarmkanaal van een kip is anders dan van een hond
A
De krop dient om eten te vermalen
B
De spiermaag lijkt het meest op de hondenmaag
C
De kliermaag komt na de spiermaag
D
De cloaca is de vervanging van het rectum

Slide 21 - Quizvraag

Nog vragen?

Slide 22 - Tekstslide

Verstopte darmen
Ileus = darmafsluiting
Plotselinge verstoring van de darmpassage (kan dunne of dikke darm zijn), bijv. door obstructie, invaginatie of paralyse

Constipatie
= verstopping in darm, bijv. dikke darm bij kat
Obstipatie = volledige afsluiting, bijv. na constipatie
Mogelijk gevolg: megacolon



Slide 23 - Tekstslide