AFP2 Spijsverteringsstelsel anatomie

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de naam van de schedelvorm naar de bijbehorende afbeelding.
Dolichicefaal
Mesocefaal

Brachycefaal

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde van de onderdelen van de dunne darm?
A
Duodenum, ileum, jejunum
B
Duodenum, jejunum, ileum
C
Ileum, duodenum, jejunum
D
Jejunum, ileum, duodenum

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van Peijerse platen?
A
Spelen een rol bij de opname van voedingsstoffen
B
Spelen een rol bij de spijsvertering
C
Spelen een rol bij de afweer
D
Spelen een rol bij de productie van spijsverteringsenzymen

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel van het spijsverteringsstelsel
is nummer 5?
A
Maag
B
Dikke darm
C
Lever
D
Dunne darm

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

De poortader gaat van ... naar ...
A
Van de dunne darm naar de lever
B
Van de dunne darm naar de dikke darm
C
Van de lever naar de dunne darm
D
Van de lever naar het hart

Slide 23 - Quizvraag

Het bloed dat door de poortader stroomt is:
A
Voedselrijk en zuurstofrijk
B
Voedselrijk en zuurstofarm
C
Voedselarm en zuurstofrijk
D
Voedselarm en zuurstofarm

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn taken van de lever?
A
Afbraak van eiwitten en medicijnen
B
Opslag van glucose (als glycogeen)
C
Aanmaak van bepaalde vitaminen
D
Alle genoemde antwoorden

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de functie van gal?
A
neutraliseren zuur voedsel
B
verteren van eiwit
C
verkleinen van vetdeeltjes
D
opname van suikers

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

In welk orgaan bevindt zich de eilandjes van Langerhans?
A
Nieren
B
Longen
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Termen oefenen: plaats de juiste term bij de definitie
Colon
Ileum
slokdarm
buikvlies
gehemelte
keelholte
alvleesklier
jejunum
duodenum
pancreas
dikke darm
farynx
palatum
peritoneum
oesofagus
kronkeldarm
nuchtere darm
12-vingerige darm

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide