Exponentiele groei Toename les 4

Terugblik

  • Wat is de volgorde van bewerkingen? (Rekenvolgorde)
  • Wat moet er in een formule staan, willen we spreken van een machtsverband? En bij een wortelverband?
  • Hoe ziet de grafiek van een machtsverband er uit? En van een wortelverband?
  • We bespreken opgave 25 en 28.
  • Hoe noemen we de 3 en de 5 in 35?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Terugblik

  • Wat is de volgorde van bewerkingen? (Rekenvolgorde)
  • Wat moet er in een formule staan, willen we spreken van een machtsverband? En bij een wortelverband?
  • Hoe ziet de grafiek van een machtsverband er uit? En van een wortelverband?
  • We bespreken opgave 25 en 28.
  • Hoe noemen we de 3 en de 5 in 35?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
-  5 min   terugblik
-  5 min   toename bij exponentiële groei
-  5 min   Groeifactor berekenen bij exponentiële toename
    vragen stellen over huiswerk
- 25 min  Verwerkingsopdrachten
- 5 min     Terugblik leerdoel


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan een formule maken bij een exponentiële groei.
  • Ik kan berekeningen maken met een formule voor exponentiële groei 
  • Ik kan de groeifactor uitrekenen bij toename in %

Slide 3 - Tekstslide

Groeifactor berekenen
We gaan de groeifactor berekenen in 2 situaties:
  1. wat is de groeifactor bij een toename?
  2. Wat is de groeifactor bij een afname?



Dan hebben we het over een exponentiële toename
Dan hebben we het over een exponentiële afname

Slide 4 - Tekstslide

wanneer spreken we van een exponentiële toename
A
Als g gelijk is aan 1
B
Als g groter is dan 1
C
Als g kleiner is dan 1
D
Als g tussen 0 en 1 in zit

Slide 5 - Quizvraag

Exponentiele toename
Wesina richt een nieuwe hockeyclub op en begint met 30 leden. Vervolgens neemt het aantal leden ieder jaar exponentieel toe.
Daar hoort de volgende formule bij:
A = 30 x 2,5t                              A = Aantal leden     t = tijd in jaren

Hoe groot is de toename in het 6e jaar?
Het aantal leden na 6 jaar = 30 x 2,5⁶ = 7324 (afgerond)
Het aantal leden na 5 jaar = 30 x 2,5⁵ = 2930 (afgerond)
Dus de toename in het 6e jaar = 7324 - 2930 = 4394 leden 

Slide 6 - Tekstslide

Welke grafiek geeft exponentiële groei weer?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen

Slide 7 - Quizvraag

Is hier sprake van exponentiële groei?
A
ja, de groeifactor is 0,7
B
ja, de groeifactor is 0,75
C
ja, de groeifactor is 0,46
D
nee

Slide 8 - Quizvraag

Exponentiele toename met procenten

Je zet 1000 euro op een spaarrekening en per jaar krijg je 4,5 % rente. Hoeveel staat er na 10 jaar op je rekening als je geen geld van je rekening afhaalt?


Groeifactor = 100 + 4,5 = 104,5% is 1,045

Dus € 1000 x 1,04510 = € 1552,92




 




Slide 9 - Tekstslide

Exponentiele toename 

  • In een vijver ligt 0,5 dm2 kroos. Elke dag verdubbelt dat. Hoeveel dmkomt er op de vijftiende dag bij?                   Opp = 0,5 . 2t
  • t= 14: opp = 0,5 . 214 = 8 192
  • t =15: opp = 0,5 . 215  = 16 384
  • 16 384 - 8 192 = 8 192 
  • Dus op de 15e dag komt er 8 192 dm2 bij 


Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag

Vragen huiswerk tm opgave 28


Maken testopgave blz. 88

daarna

29 tm 33


Huiswerk

Bovenstaande afmaken!



timer
25:00

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 12 - Open vraag


Wat vind je nog moeilijk?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide