W16 WI 1M H8 Les 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhalen

Paragraaf 8.1 t/m 8.3 theorie ''overstaande hoeken''

Blz. 96 t/m 112

Wat ga je deze les doen?

Ik ga controleren of jij het hoofdstuk tot nu toe hebt begrepen.

Dit doe ik door jou een aantal vragen te stellen in het vorm van een toets. Zorg dat je de toets serieus maakt.

Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?

1. Alleen het vliegtuig.
2. Alleen het verkeersbord.
3. Geen van beide.
4. Allebei.

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 8

Een ander woord voor vouwlijn is:

Vul het goede woord in.
Een symmetrische driehoek met twee gelijke zijden is een.............

Vul het goede woord in.
Een symmetrische driehoek met drie gelijke zijden is een.............

Hoe noem je deze hoek?

Welke eigenschappen
heeft deze figuur?

1. Geen symmetrie.
2. Alleen lijnsymmetrie.
3. Alleen draaisymmetrie.
4. Lijnsymmetrie en draaisymmetrie.

Hoeveel graden is
de kleinste draaihoek
van de afbeelding?

Welke vlag is

 lijnsymmetrisch?

1. Burundi
2. Zwitserland
3. Hongkong
4. Jamaica

Is dit figuur lijnsymmetrisch?

1. ja
2. nee

Hoeveel symmetrieassen
kun je tekenen in het
ijskristal?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Welk cijfer van de digitale cijfers
hiernaast, heeft één symmetrieas?

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 90 graden
2. 60 graden
3. 72 graden
4. 36 graden

Wat is de kleinste draaihoek van dit figuur?

1. 45 graden
2. 60 graden
3. 90 graden
4. 120 graden

Leg in je eigen woorden uit hoe je de kleinste draaihoek van een draaisymmetrisch figuur kunt berekenen.

Welke hoek is de overstaande hoek van hoek D3?

Welke hoek is de overstaande hoek van hoek D45?

Maak opdracht 6 van de D-toets op blz. 140.
Upload hier een foto van jouw tekening.

Einde!

Je bent klaar met les 4!