Les 2 archiveren, coderen en rubriceren

 

digitaal archiveren en zoeken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Module 4MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 

digitaal archiveren en zoeken

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen
  • Hoe verwerk je digitale documenten in je computer?
  • Hoe zorg je dat je documenten makkelijk kunt terugvinden?
  • Hoe kun je zorgen dat je documenten beveiligd zijn?
  • Wat is coderen en hoe gebruik je het? 

Slide 2 - Tekstslide

Ordenen
  • Alfabetisch
  • Numeriek
  • Alfanumeriek
  • Chronologisch

Slide 3 - Tekstslide

Alfabetisch 
  • K. Jans (Jans, K.) 
  • A. Janse (Janse, A.) 
  • U. Jansen (Jansen, U.) 
  • D. Janssen (Janssen, D.) 
  • D. Janszen (Janszen, D.)     

  • Zijn de achternamen hetzelfde, kijk dan naar de voorletters

Slide 4 - Tekstslide

Numeriek
1 Oplopend
2
3
4
1008 Aflopend
994
734
254
103

Slide 5 - Tekstslide

Alfanumeriek
A14
A18
B01
B13
S11
S17
S32

Slide 6 - Tekstslide

Chronologisch
10 maart 2016
12 januari 2017
12 september 2017
13 september 2018
8 juni 2018
3 juni 2020
26 augustus 2024

Slide 7 - Tekstslide

Welke rij is goed?
A
Rij 1
B
Rij 2
C
Rij 3

Slide 8 - Quizvraag

Op welke plaats komt 2244 BC
A
Rij 4
B
Rij 5
C
Rij 6
D
Rij 7

Slide 9 - Quizvraag

Bedrijfsgegevens ( data) beveiligen
Internetbeveiliging > Cybersecurity 
Recht op privacy: AVG

  • via moeilijke wachtwoorden
  • software die scant op virussen en hackers ( firewall)
  • digitale versleuteling

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel wachtwoorden heb jij in gebruik?

Slide 11 - Open vraag

AVG:
Mag je de geboortedatum van je collega's geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Digitaal archief
Zie het als de archiefkamer waar iedereen in mag rondkijken. Sommigen mogen documenten lezen en sommige mensen mogen ook documenten bewerken. Als je in documenten mag werken, dan ben je daartoe geautoriseerd.

Slide 13 - Tekstslide

Rubriceren: een codering vergroot 
de toegankelijkheid van een archief( makkelijker zoeken!).
Veel archieven hebben een logische indeling. Ze hebben hoofdrubrieken: dit zijn de hoofdonderwerpen waarop documenten en gegevens zijn opgeslagen.

Een hoofdrubricering kan zijn:
1. Algemeen
2. Directie
3. Hrm
Nu kun je rubrieken maken, bijvoorbeeld bij hrm:
     3.0 Algemeen
     3.1 Contracten
    3.2 Personeelsgegevens
En je kunt ook weer sub rubrieken maken, bijvoorbeeld bij 3.2 Personeelsgegevens:
           3.2.1 In dienst
           3.2.2 Uit dienst
            3.2.3 Jubilea

3.2.5 Salarissen medewerkers.
Wat je ziet ontstaan bij het rubriceren heet een codering. Met behulp van een codering geef je informatie een duidelijke plek. De codering mag niet veranderen en moet bekend zijn bij iedereen. Dan weet iedereen waar en hoe hij zoeken moet.



Slide 14 - Tekstslide

Wat is het coderen van een archief?

Slide 15 - Open vraag

Coderen is rubriceren
Coderen van een archief is digitaal rubriceren door mapjes ( rubrieken en sub-rubrieken) te maken met behulp van alfanumerieke of numerieke codes.

Slide 16 - Tekstslide

Leervragen
  • Hoe verwerk je digitale documenten in je computer?
  • Hoe zorg je dat je documenten makkelijk kunt terugvinden?
  • Hoe kun je zorgen dat je documenten beveiligd zijn?
  • Wat is coderen en hoe gebruik je het? 

Slide 17 - Tekstslide