• Ik geef aan wat de relatie is tussen de follikelrijping, de menstruatie en het gele lichaam en betrek daarbij ook de hormonale regeling.
• Ik herken in een afbeelding de opbouw van de baarmoeder en benoem alle delen.
• Ik beschrijf hoe en waar de bevruchting plaatsvindt.
• Je kunt benoemen uit welke onderdelen het vrouwelijk geslachtsstelsel bestaat en diens functie beschrijven.