Bestuursrecht les 9 (cohort 2018)

Bestuursrecht
Les 9
KE5: Brede kennis staats- en bestuursrecht
VE2: Specialistische kennis bestuursrecht
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bestuursrecht
Les 9
KE5: Brede kennis staats- en bestuursrecht
VE2: Specialistische kennis bestuursrecht

Slide 1 - Tekstslide

Check
  • Legaliteitsbeginsel
  • Zorgvuldigheidsbeginsel
  • Motiveringsbeginsel
  • Formele rechtszekerheidsbeginsel
  • Fair-playbeginsel
  • Specialiteitsbeginsel

Slide 2 - Tekstslide

Check
  • Materiële rechtszekerheidsbeginsel
  • Vertrouwensbeginsel
  • Gelijkheidsbeginsel
  • Evenredigheidsbeginsel

Slide 3 - Tekstslide

Aanvraag beschikking
  • Aanvraag moet worden ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen (art. 4:1 Awb).
  • Awb stelt eisen aan aanvraag beschikking (art. 4:2 Awb)
    a) ondertekend (= handtekening aanvrager!)
    b) naam en adres aanvrager
    c) dagtekening (= datum!)
    d) aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd (wat wil de aanvrager?)
  • Benodigde gegevens en stukken meesturen (art. 4:2, lid 2 Awb). 

Slide 4 - Tekstslide

Hoorplicht/zienswijze
  • Als bestuursorgaan aanvraag wil afwijzen, moet aanvrager mogelijkheid krijgen om zienswijze te geven (art. 4:7 Awb). 
  • Zienswijze: mening aanvrager over voorgenomen besluit (= hoorplicht. 
  • Hoorplicht bij afwijzing aanvraag o.b.v. gegevens die aanvrager niet zelf heeft aangeleverd of bij ambtshalve beschikking. 

Slide 5 - Tekstslide

Belanghebbende (art. 1:2 Awb)
  • Direct belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
    a) Specifiek eigen belang: belang dat belanghebbende zelf raakt en dat anders is dan dat van burgers of bedrijven in het algemeen. 
    b) Rechtstreeks: direct verband tussen het besluit en het belang van de belanghebbende. 
  • Derde-belanghebbende: degene op wie het besluit zich niet richt, maar die wel zijdelings betrokken is (bijv. omwonenden). 

Slide 6 - Tekstslide

Beslistermijn
  • Termijn waarbinnen het bestuursorgaan een beslissing moet nemen op aanvraag beschikking.
  • Beslistermijn staat in principe in de bijzondere wet. 
  • Geen beslistermijn in bijzondere wet, dan geldt dat beslissing binnen redelijke termijn moet worden genomen, in ieder geval binnen 8 weken (art. 4:13 Awb). 

Slide 7 - Tekstslide

Consequenties overschrijden beslistermijn
  1. Dwangsom: belanghebbende die aanvraag of bezwaarschrift heeft ingediend bij een bestuursorgaan, heeft recht op een dwangsom als het bestuursorgaan niets van zich laat horen binnen de wettelijke termijn (art. 4:17 Awb). 
    > Als termijn wordt overschreden, kan belanghebbende bestuursorgaan schriftelijk 'in gebreke stellen' en een dwangsom verbeuren. 

Slide 8 - Tekstslide

Consequenties overschrijden beslistermijn
2. Beroep: belanghebbende kan bestuursorgaan schriftelijk in gebreke stellen bij overschrijden beslistermijn. Als besluit na 14 dagen uitblijft, kan belanghebbende meteen naar rechtbank om beroep in te stellen (art. 7:1, lid 1 sub f Awb). 
> Als rechtbank beroep toewijst, moet bestuursorgaan binnen 14 dagen na toewijzing een beslissing nemen. 

Slide 9 - Tekstslide

Inwerkingtreding besluit
  • Besluit treedt pas in werking als het bekend is gemaakt (art. 3:40 Awb). 
  • Meestal per post verzonden, of overhandigd.
  • Besluiten over ruimtelijke ordening worden gepubliceerd in huis-aan-huisbladen (art. 3:42 Awb). 
  • Bij omvangrijke besluiten bekendmaking door terinzagelegging op gemeentehuis. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het doel van een zienswijzegesprek?

Slide 11 - Open vraag

Aan welke eisen moet een aanvraag voldoen?

Slide 12 - Open vraag

Binnen welke termijn moet een bestuursorgaan op een aanvraag beslissen?
A
4 weken
B
6 weken
C
8 weken
D
10 weken

Slide 13 - Quizvraag

Begrippen
  1. Vereisten aanvraag beschikking
  2. Beslistermijn aanvraag beschikking
  3. Consequenties overtreden beslistermijn
  4. Hoorplicht/zienswijze
  5. Direct belanghebbende
  6. Derde-belanghebbende

Slide 14 - Tekstslide