Burgerschap H6.1 + H6.2 Democratie in Nederland

Burgerschap hoofdstuk 6
democratie in Nederland
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap hoofdstuk 6
democratie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Politiek

Slide 2 - Woordweb








Ja maar, ik mag nog helemaal niet stemmen!



Nou en, jij bent ook belangrijk!

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?
Parlementaire democratie; wat is dat?
Eerste en Tweede Kamer
Parlement, kabinet

Een quiz aan het einde van de les
Maar eerst een filmpje


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Parlementaire democratie

  • Parlement = eerste en tweede kamer, gekozen volksvertegenwoordiging 
  • Democratie = regering door het volk. 

Slide 6 - Tekstslide

Parlementaire democratie 
  • Een vorm van indirecte democratie.
  • Burgers hebben via volksvertegenwoordigers in het parlement invloed op politieke kwesties. 
  • HOE? Door te stemmen!
  • De belangrijkste politieke keuzes worden in het parlement gemaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Regering, kabinet en parlement

Slide 8 - Tekstslide

Regering
Ministers (+ de koning)
Bedenkt nieuwe wetten
Maakt de begroting
Leider is de minister president (Mark Rutte)

Slide 9 - Tekstslide

Parlement
Eerste en Tweede kamer
Beslist over nieuwe wetten, kan veranderingen bedenken
Controleert de regering

Slide 10 - Tekstslide

Kabinet
Ministers en staatssecretarissen
Bestuurt het land
Zorgt voor uitvoering van de wetten

Slide 11 - Tekstslide

QUIZ

Slide 12 - Tekstslide

Waaruit bestaat het parlement?
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Partijen die de regering steunen
C
Partijen die tegen de regering zijn
D
Het hele Nederlandse volk

Slide 13 - Quizvraag

Door wie wordt de regering geleid?
A
Voorzitter Eerste Kamer
B
Minister-president
C
Voorzitter Tweede Kamer
D
Lijsttrekker van de grootste oppositiepartij

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je de mensen die in de Tweede Kamer zitten?
A
Volks-vertegenwoordigers
B
Ministers
C
Staatssecretarissen
D
Regeringsleden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een oppositiepartij?
A
Een partij die niet in de Tweede Kamer zit
B
Een partij die tegen de democratie is
C
Een partij die alleen in de Eerste Kamer zit
D
Een partij die geen deel uitmaakt van de regering

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je een land waar het parlement de hoogste macht heeft?
A
Parlementaire dictatuur
B
Parlementaire republiek
C
Parlementaire democratie
D
Parlementaire monarchie

Slide 17 - Quizvraag

Wat hebben partijen nodig om een regering te vormen?
A
De meeste stemmen van allemaal
B
De meerderheid in de Tweede Kamer
C
Steun van de koning
D
De beste leider, want die wordt minister-president

Slide 18 - Quizvraag

Maken NuBurgerschap
6.1 De macht van het volk
6.2 De politiek 

Slide 19 - Tekstslide