In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
P10 Homofone werkwoordsvormen
Spelling werkwoorden
klas 3G
Slide 1 - Tekstslide
Homofone werkwoorden zijn werkwoordsvormen die verschillend gespeld worden, maar hetzelfde klinken. Homofoon betekent 'gelijk van klank'.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Voorbeelden van homofone werkwoorden zijn: verkleden, fietsen, verdienen, vergroten, branden.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Voor het feest begon, heeft Marie-Lotte zich [verkleed / verkleedt].
A
verkleed
B
verkleedt
Slide 4 - Quizvraag
Kelly [lijd / lijdt] een beetje aan koopziekte: ze winkelt het liefst elke week.
A
lijd
B
lijdt
Slide 5 - Quizvraag
Tijdens de herdenking van de Tweede Wereldoorlog vorige week [landen / landden] er parachutisten naast de brug.
A
landen
B
landden
Slide 6 - Quizvraag
De [verroestte / verroeste] fiets bleef weken naast het bushokje staan.
A
verroestte
B
verroeste
Slide 7 - Quizvraag
Ik heb als kind tot mijn zevende in Sinterklaas [geloofd / gelooft].
A
geloofd
B
gelooft
Slide 8 - Quizvraag
Gisteravond [verlichtten / verlichten] de kaarsjes onze woonkamer heel sfeervol.
A
verlichtten
B
verlichten
Slide 9 - Quizvraag
Je raadt nooit wie ik gisteren in de stad zag!
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Mijn vriendinnen wachtten gisteren op me toen ik na de les een mentorgesprek had.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Toen de bevrijde bewoners met vlaggetjes naar de koningin zwaaiden, was die erg ontroert.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Er gebeurd veel bij mij thuis: onze keuken wordt namelijk verbouwd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Ik heb dat krukje zelf opnieuw met stof bekleedt en dat vind ik zelf nogal goed gelukt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Leg uit waarom de vetgedrukte werkwoorden in de volgende zin goed gespeld zijn. Damien verveelt zich vaak in de vakantie, maar afgelopen zomervakantie heeft hij zich geen moment verveeld.