3.2 weerstand en geleidbaarheid

Lesdoelen § 3.2
Aan het einde van de les....
  • heb je ontdekt wat het verband is tussen spanning en stroomsterkte bij een lampje en een weerstandje;
  • kan je correct een voltmeter aansluiten;
  • kan je correct een ampèremeter aansluiten;
  • kan je je meetresultaten verwerken in een grafiek.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen § 3.2
Aan het einde van de les....
  • heb je ontdekt wat het verband is tussen spanning en stroomsterkte bij een lampje en een weerstandje;
  • kan je correct een voltmeter aansluiten;
  • kan je correct een ampèremeter aansluiten;
  • kan je je meetresultaten verwerken in een grafiek.

Slide 1 - Tekstslide

Voltmeter
Meet de Spanning (U)
in de eenheid  Volt (V)

Slide 2 - Tekstslide

Ampèremeter
Meet de Stroomsterkte (I)
in de eenheid Ampère (A)

Slide 3 - Tekstslide

De meters aansluiten

Slide 4 - Tekstslide

Geleidbaarheid
G=UI

Slide 5 - Tekstslide

Wet van Ohm
R=IU

Slide 6 - Tekstslide

§3.2 Geleidbaarheid en weerstand
Lesplanning:
  1. Uitleg weerstand van geleidbaarheid
  2. Opgaven 20, 21 en 23
  3. Uitleg recht evenredig verband
  4. Huiswerk: §3.2 alle opgaven (digitaal)

Slide 7 - Tekstslide

Geleidbaarheid en weerstand

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kleiner de weerstand,
A
hoe groter de stroomsterkte
B
hoe kleiner de spanning
C
hoe kleiner de stroomsterkte

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de weerstand als een draad 3 x zo lang wordt
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 3 x zo groot

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de weerstand als de doorsnede van een draad 5 x zo groot wordt?
A
De weerstand wordt 3 x zo klein
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt 5 x zo groot
D
De weerstand wordt 5 x zo klein

Slide 11 - Quizvraag

Weerstand van een draad

Slide 12 - Tekstslide

Geleidbaarheid en weerstand
Formules:

Slide 13 - Tekstslide

Een luidspreker is aangesloten op 230 V. Er loopt een stroom van 8,2 A door de luidspreker. Bereken de weerstand van de luidspreker.
A
28 Ohm
B
1886 Ohm
C
65 Ohm
D
8,2 Ohm

Slide 14 - Quizvraag

Een mobiele telefoon heeft ene geleidbaarheid van 0,2 S. De spanning die je adapter levert is 12,0 V. Bereken de stroomsterkte die door de mobiele telefoon loopt tijdens het opladen.
A
60 A
B
2,4 A
C
0,0167 A
D
1,0 A

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag
§3.2 opgave 20, 21 en 23 (digitaal)


Noteer je berekeningen in je schrift. 
Klaar?! werk verder aan de opgaven van §3.2

Slide 16 - Tekstslide

Recht evenredig verband 

Slide 17 - Tekstslide

Welke weerstand heeft de kleinste weerstand? 

Slide 18 - Tekstslide

De helling

Slide 19 - Tekstslide

Gloeilamp
  • Hoe hoger de temperatuur des te hoger de weerstand.

  • Als de weerstand R toe neemt, dan neemt de stroomsterkte I af.

Slide 20 - Tekstslide

Waarom moeten de kabels naar de versterkers in een theater zo dik zijn?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
Alle opgaven van §3.2 (digitaal )

Slide 22 - Tekstslide