BR11: vocab U5

Good afternoon!
Today:
  • Question about writing test
  • Vocab unit 5 
  • Individual work
  • Grammar (recap) + assignment(s)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Good afternoon!
Today:
  • Question about writing test
  • Vocab unit 5 
  • Individual work
  • Grammar (recap) + assignment(s)

Slide 1 - Tekstslide

Vocab activity U6
  • Go to www.quizlet.live 
  • Type in the code
  • Use your real name (with some emojis if you like)
  • LET'S PLAY!

Slide 2 - Tekstslide

Individual work
  • Do assignments 10-12 (unit 6.2)
  • Done? Read through grammar 6.1 and 6.2. Do ***practise more*** assignment grammar1
  • 15 minutes 

Slide 3 - Tekstslide

Grammar recap:
Wanneer gebruik je de past simple?
A
wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd
B
wanneer iets nu aan de gang is
C
wanneer iets in het verleden gebeurd en het is belangrijk wanneer
D
wanneer iets in het verleden aan de gang was

Slide 4 - Quizvraag

Grammar recap:
Wat is geen signaalwoord van de past simple?
A
in 2008
B
always
C
last year
D
when I was young

Slide 5 - Quizvraag

Wat heb je nodig om een vraag in de past simple te schrijven? (... + ...)

Slide 6 - Open vraag

Past simple: regular verbs
Wanneer iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanneer.

(+)     werkwoord + ed
(-)      didn't + hele werkwoord
(?)     Did + hele werkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Fill in:
We ________ (not take) the bus to the city center yesterday.

Slide 8 - Open vraag

Fill in:
I ________ (like) rhubarb when I was younger.

Slide 9 - Open vraag

Fill in:
_____ you _______ (read) the newspaper last Sunday?

Slide 10 - Open vraag

Fill in:
What mistake _____ he _______ (make) on his test last week?

Slide 11 - Open vraag

Fill in:
James ________ (not drive) me to work this morning.

Slide 12 - Open vraag

Fill in (trick question):
Last year I _______ (take) a picture of a lunar eclipse.

Slide 13 - Open vraag

Genitive/Possessive 's / '
's of ' achter een woord geeft aan van wie iets is.
Bij enkelvoud: altijd 's
Bij meervoud: eindigt het woord op een s, dan alleen '. Zo niet, dan 's.

Enkelvoud                                                      Meervoud
Sophie's gear                                               his parents' team
the world's best boxer                            the girls' dressing room
Terry's biggest fan                                    a children's book

Slide 14 - Tekstslide

Please explain. What's the difference between my brother's room and my brothers' room?

Slide 15 - Open vraag

Complete the sentences. Use 's or '.
Sarah is ________. (Emily / aunt)

Slide 16 - Open vraag

Complete the sentences. Use 's or '.
Let's meet at ________ for lunch. (Giovanni)

Slide 17 - Open vraag

Complete the sentences. Use 's or '.
Where is the ________? (ladies / bathroom)

Slide 18 - Open vraag

Complete the sentence. Use 's or '.
This is _________. (my boss / car)

Slide 19 - Open vraag

Complete the sentence. Use 's or '.
____________ are over there. (the boys / bikes)

Slide 20 - Open vraag

Complete the sentence. Use 's or '.
Our grandparents live in an old ___________. (people / home)

Slide 21 - Open vraag

Individual work / Homework
  • Unit 6.1: complete ***practise more*** assignments grammar1, grammar2, grammar3. Group at school: complete assignments 6 and 7 :)

Slide 22 - Tekstslide