Theme 7 - Should and have to

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Leerdoel:

Je weet hoe je de hulpwerkwoorden (modals) should en have to gebruikt.

Wat betekent het woord should & shouldn't in het Nederlands?

- Hmmm. You should try this!

- You should stop eating fast food. It is unhealthy.

- Sarah should go to the doctor, she looks sick.

- Mary shouldn't drink so much wine.

- You shouldn't do that! It's not allowed.

- You shouldn't watch so much tv. It will give you a headache.

Vertaal SHOULD and SHOULDN'T
naar het Nederlands.

should and shouldn't

Je gebruikt should (not) + het hele werkwoord 
als je vind dat iets wel of niet zou moeten.

Je wilt bijvoorbeeld advies geven of iets afraden.

Wat betekent het woord has to / have to in het Nederlands?

- It's important. You have to do this  for your mother.

- I can't go to the movies. I have to do my chores first.
- She has to finish her homework before she can go out to play.

Wat betekent het woord
has to / have to in het Nederlands?

Wat betekent don't have to/ doesn't have to?

- You don't have to eat all those fries. Just leave them.
- My grand parents don't have to work anymore.

- She doesnt have to do that if she doesn't want to.

Wat betekent don't have to/
doesn't have to?

Je gebruikt has to / have to + het hele werkwoord als iets van iemand anders moet

Je gebruikt doesn't have to / don't have to + hele werkwoord als iets niet hoeft

Note: 

Havo to / has to drukt een sterkere dwang uit dan "should".

I can use must, should and have to correctly

1. Absolutely!
2. A little, I need to practise more
3. No, I need extra explanation

A towel!

Welk voegwoord geeft oorzaak/ reden aan?

1. and
2. but
3. because

Welk voegwoord geeft een opsomming aan?

1. and
2. but
3. because

Since betekent:

1. nadat
2. maar
3. aangezien

Although betekent:

1. hoewel
2. maar
3. daarom

Conjunctions gebruik je om

1. zinnen vragend te maken
2. zinnen samen te voegen
3. zinnen in voltooide tijd te zetten
4. zinnen in verleden tijd te zetten

Log in and connect the conjunctions (voegwoorden).

and

because

so

(al)though / even though

but / however

as / for / since

gevolg

opsomming

keuze

reden / oorzaak

tegenstelling