Leven in een industriestad

De Industriele

Samenleving 

een Industriestad

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Industriele

Samenleving 

een Industriestad

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Wat veranderde er in de (Nederlandse) steden? 
  • Hoe woonden arbeiders tijdens de industriële revolutie?

Slide 2 - Tekstslide

Noem één kenmerk van de woon en leefomstandigheden van arbeiders in deze periode

Slide 3 - Woordweb

Huis-
nijverheid

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Omstandigheden in de fabrieken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat zie je in de comic?

Slide 12 - Open vraag

Wat wil de tekenaar hiermee zeggen?

Slide 13 - Open vraag

De stoommachine werd als eerste ingezet in de:
A
Mijnbouw
B
Textielindustrie
C
Vliegtuigbouw
D
Autoindustrie

Slide 14 - Quizvraag

Het eerste weefgetouw dat werkte op stoom heette de...
A
Wevende Walter
B
Turning Tina
C
Spinning Jenny
D
Weaving Walter

Slide 15 - Quizvraag

Voordat er fabrieken kwamen, werkten mensen vaak thuis, hoe heet dat?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel mensen woonden in de krottenwijken gemiddeld in een kleine kamer?

Slide 17 - Open vraag

Werktijd:
Maken paragraaf 8.1
Opdracht 1 t/m 13
Blz. 96 t/m 98 Handboek
Blz. 84 - 85 Werkboek

Eerst stiltewerktijd, dan fluisterwerktijd
Blijf op je plek
Werk door

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Werktijd:
Maken 3.2
Nakijken Start
Klaar? Verder met 3.3

Eerst stiltewerktijd, dan fluisterwerktijd
Blijf op je plek
Werk door

timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Eindkring:
  • Wat veranderde er in de Nederlandse steden? 
  • Hoe woonden arbeiders tijdens de industriële revolutie?

Slide 21 - Tekstslide

Noem één ding dat je geleerd hebt deze les

Slide 22 - Woordweb

Wat begrijp je nog niet goed?

Slide 23 - Woordweb