06 Herhalingsles H3 Op Stoom

Herhalingsles H3 Op stoom
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles H3 Op stoom

Slide 1 - Tekstslide

Het eerste weefgetouw dat werkte op stoom heette de...
A
Wevende Walter
B
Turning Tina
C
Spinning Jenny
D
Weaving Walter

Slide 2 - Quizvraag

Wat past er bij industrie?
A
fabriek
B
boer
C
stoommachines
D
arbeiders

Slide 3 - Quizvraag

In welke eeuw was de tijd van burgers en stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 4 - Quizvraag

Nationalisme en liberalisme waren bewegingen van ...1... Het socialisme was een beweging van ...2...
A
1 arbeiders 2 burgerij
B
1 burgerij 2 arbeiders
C
1 burgerij 2 burgerij
D
1 arbeiders 2 arbeiders

Slide 5 - Quizvraag

Een club van samenwerkende arbeiders
A
Arbeiders club
B
Werkbond
C
Vakbond
D
Politieke partij

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort bij socialisme?
A
Gelijkheid, algemeen kiesrecht, verdeling rijkdom
B
Gelijkheid, geloof, ieder voor zich, algemeen kiesrecht
C
Arbeiders, geloof, armoede, sociale kwestie
D
Arbeiders, vereniging, schoolstrijd, overheid

Slide 7 - Quizvraag

Sociale wetten

A
Wetten die de leef en werkomstandigheden van arbeiders verbeteren.
B
Wetten die er voor zorgen dat arbeiders beter samenwerken

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de sociale kwestie?
A
Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
B
Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
C
Het probleem dat er kinderen moesten werken.
D
Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 10 - Quizvraag

Waar leefde de meeste mensen voor de industriële revolutie?
A
in arbeiderswijken in een dorp
B
in een arbeiderswijk in de stad
C
Op het platteland
D
in fabrieken

Slide 11 - Quizvraag

waar woonden de arbeiders in de 19e eeuw?
A
in dorpjes buiten de stad
B
in woonwijken aan de rand van de stad
C
verspreid door heelde stad
D
in wijken dichtbij de fabrieken

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 13 - Quizvraag

Werktijd:
Alles afmaken en nakijken

Eerst stiltewerktijd, dan fluisterwerktijd
Blijf op je plek
Werk door

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide