In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Geschiedenis H2
introductie en paragraaf 1
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf op wat allemaal in je opkomt als je aan de industriële revolutie denkt.
Industriële revolutie
Slide 2 - Woordweb
Bekijk het filmje op de vorige slide. Sleep daarna de plaatjes en woorden naar het goede tijdvak.
Tijd van pruiken en revoluties
Tijd van burgers en stoommachines
Machines
Handwerk
Fabrieken
Zeilschip
Guillotine
Slide 3 - Sleepvraag
1.1 De Industriële revolutie
Slide 4 - Tekstslide
§1.1
De industriële revolutie
A
Van handwerk naar machine
Leerdoel:
Ik kan uitleggen welke veranderingen de stoommachine veroorzaakte
Begrippen:
stoommachnies
fabrieken
B
oorzaken van de industrialisatie
Leerdoel:
Ik kan uitleggen hoe de economie veranderde met de komst van de stoommachine
Begrippen:
industrialisatie
industriële revolutie.
C
Gevolgen van de industriële revolutie
Leerdoel:
Ik kan uitleggen hoe de samenleving veranderde met de komst van de stoommachine.
Begrippen:
arbeiders
Slide 5 - Tekstslide
Voor de tijd van fabrieken:
Zomer: werken op platteland
Winter: geld bijverdienen met werken aan huis:het thuis produceren van producten ( duur)
Voor handelaren producten maken: eerst thuis daarna in een fabriek
§1.1
De industriële revolutie
A
Van handwerk naar machine
Leerdoel:
Ik kan uitleggen welke veranderingen de stoommachine veroorzaakte
Begrippen:
thuiswerk
fabrieken
industrialisatie
Slide 6 - Tekstslide
Komst fabrieken zorgde voor verandering:
In veel gebieden nam de landbouw en huisnijverheid af. Het aantal fabrieken groeide juist.
Dit noem je industrialisatie
§1.1
De industriële revolutie
A
Van handwerk naar machine
Slide 7 - Tekstslide
De industrialisatie zorgde voor verandering op economischgebied:
• Mijnbouw werd heel belangrijk. Steenkool werd een belangrijke natuurlijke grondstof, want stoommachines werden op steenkool gestookt.
• Ook de ijzerindustrie werd steeds belangrijker. Machines, bruggen en spoorwegen werden van ijzer gemaakt.
• Thuiswerk en kleine werkplaatsen verdwenen, omdat er steeds meer fabrieken kwamen.
• Veel mensen die eerst in de landbouw werkten, waren niet langer eigen baas op hun boerderij. Zij gingen op vaste tijden werken in fabrieken. Daarvoor kregen zij een loon.
• Met machines konden in dezelfde tijd meer producten gemaakt worden. Daardoor werden veel producten goedkoper.
§1.1
De industriële revolutie
B
Van handwerk naar machine
Slide 8 - Tekstslide
§1.1
De industriële revolutie
c
oorzaken van de industrialisatie
Eerste fabrieken in Nederland (NL) 1860
100 jaar later!!!
Slide 9 - Tekstslide
§1.1
De industriële revolutie
C
ooStoom, steden, spoor
De industrialisatie zorgde niet alleen voor grote veranderingen in de economie.
Er waren ook veranderingen op andere gebieden.
• Het landschap veranderde sterk. Bij steenkoolmijnen kwamen fabrieken. Ook werden er spoorwegen en kanalen aangelegd.
• Er ontstond milieuvervuiling: al die fabrieken hadden rokende schoorstenen, die vuile lucht uitstootten.
• Bij mijnen en fabrieken ontstonden nieuwe steden. Steeds meer mensen trokken van het platteland naar de stad, op zoek naar werk.
• Er ontstond een nieuwe groep mensen in de samenleving: de arbeiders.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Vragen bij de film
Slide 12 - Tekstslide
§1.1
Industriële revolutie
A
Van handwerk naar machine Voorbeeld uit de film
Leerdoel:
Ik kan uitleggen welke veranderingen de stoommachine veroorzaakte
B
oorzaken van de industrialisatie
Leerdoel:
Ik kan uitleggen hoe de economie veranderde met de komst van de stoommachine
C
Gevolgen van de industriële revolutie
Leerdoel:
Ik kan uitleggen hoe de samenleving veranderde met de komst van de stoommachine.
Slide 13 - Tekstslide
Vragen bij de film
Slide 14 - Tekstslide
Maak alle vragen van 2.2
Vandaag starten / donderdag afmaken + samen nakijken
Hoe ver ben je?
Slide 15 - Tekstslide
mensen trokken van platteland naar de de mijnen en fabrieken op zoek naar werk. Bij mijnen en fabrieken . ontstonden nieuwe steden: verstedelijking
Een nieuwe groep in de samenleving: arbeiders
landschap veranderde: er komen fabrieken/ spoorwegen en kanalen werden aangelegd.
Het milieu raakt vervuild
Alle veranderingen bij elkaar noemen we industriële revolutie
Vanaf 1800 dus moderne tijd
§1.1
De industriële revolutie
c
Gevolgen van de industriële revolutie
Leerdoel:
Je kunt 4 gevolgen van de industriële revolutie noemen die niet economisch zijn
Begrippen:
verstedelijking
arbeiders
industriële revolutie
moderne tijd
Slide 16 - Tekstslide
§1.2 Leven in een industriestad
Slide 17 - Tekstslide
§1.2
Leven in een industriestad
A
Het leven van arbeiders
Leerdoel:
Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven
Begrippen:
geen begrippen
B
Het leven van de burgerij
Leerdoel:
Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij beschrijven
Begrippen:
gegoede burgerij
C
Het liberalisme
Leerdoel:
Je kunt twee belangrijke ideeën noemen die liberalen in de 19e eeuw hadden op het gebied van bestuur en economie
Begrippen:
liberalen
liberalisme
kiesrecht
Slide 18 - Tekstslide
§1.2
Leven in een industriestad
B
Het leven van de burgerij
Leefomstandigheden gegoede burgerij en middenklasse:
Kinderen gingen naar school
Buiten spelen
Vrouwen gegoede burgerij werkten niet
Kinderen opvoeden
Personeel aan het werk zetten
Slide 19 - Tekstslide
§1.2
Leven in een industriestad
B
Het leven van de burgerij
Onder de gegoede burgerij de middenklasse
Winkeliers
Onderwijzers
Kantoorpersoneel
Kortom: beroep waar je een opleiding voor moet volgen / eigen bedrijf hebben.
Waren minder rijk dan gegoede burgerij
Slide 20 - Tekstslide
Regering bestond uit liberalen, die veranderden niks aan de leefomstandigheden van de arbeiders.
§1.2
Leven in een industriestad
C
Het liberalisme
Leerdoel:
Je kunt twee belangrijke ideeën noemen die liberalen in de 19e eeuw hadden op het gebied van bestuur en economie
Begrippen:
liberalen
liberalisme
kiesrecht
Slide 21 - Tekstslide
Gegoede burgerij = groep mensen met veel geld en bezittingen, zoals fabriekseigenaren, advocaten, bankiers
Grote huizen met tuinen
Huizen hadden eigen wc
Gezond voedsel en drinkwater
§1.2
Leven in een industriestad
B
Het leven van de burgerij
Leerdoel:
Je kunt de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij beschrijven
Begrippen:
gegoede burgerij
Slide 22 - Tekstslide
§1.2
Leven in een industriestad
C
Het liberalisme
Belangrijke punten liberalisme:
Regering zo min mogelijk bemoeien met economie
Regering moest zich niet bemoeien met leven van de burgers
Alle burgers zelfde grondrechten: vrijheid van meningsuiting/godsdienst
Kiesrecht? Alleen voor de rijken
Slide 23 - Tekstslide
Woonomstandigheden:
Huizen lagen dicht bij fabrieken
Vuile rook
Kleine huizen
Geen stromend water
Geen riolering
Slechte hygiëne, veel ziektes
Door geldgebrek konden kinderen niet naar school
§1.2
Leven in een industriestad
A
Het leven van arbeiders
Arbeiderswoningen in Amsterdam. 1 gezin per kamer!
Slide 24 - Tekstslide
Werkomstandigheden:
Lange dagen
Nachtdiensten
Lage lonen
Hele gezin moest werken
Werk was gevaarlijk en ongezond
Ziek? Je verdiende niets
Je kon zomaar ontslagen worden
Ging je klagen, dan werd je ontslagen
§1.2
Leven in een industriestad
A
Het leven van arbeiders
Leerdoel:
Je kunt de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven