Lesson 1: Pers. vnw. + To be

Grammar quiz Unit 1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammar quiz Unit 1

Slide 1 - Tekstslide

Personal pronouns

Slide 2 - Tekstslide

Kies het juiste woord:
... is from America. (zij)
A
She
B
They
C
He
D
We

Slide 3 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
... like school. (ik)


A
He
B
I
C
You
D
We

Slide 4 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
.... are very good friends. (wij)
A
He
B
They
C
You
D
We

Slide 5 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
.... is my new bike. (het)
A
He
B
They
C
You
D
It

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste woord:
... are doing homework. (zij)


A
She
B
They
C
You
D
We

Slide 7 - Quizvraag

Present Simple - to be
to be = werkwoord (verb)
to be = zijn

Slide 8 - Tekstslide

Maak de zin af:
You _____ hungry.
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 9 - Quizvraag

Maak de zin af:
He ______ my best friend.
A
are
B
am
C
is
D
be

Slide 10 - Quizvraag

Maak de zin af:
My father ______ at work.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 11 - Quizvraag

Maak de zin af:
I ________ 13 years old.
A
am
B
are
C
is
D
be

Slide 12 - Quizvraag

Maak de zin af:
Emma ________ not at home.
A
am
B
are
C
is
D
be

Slide 13 - Quizvraag

Maak de zin af:
The boys _________ having fun.
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 14 - Quizvraag

Maak de zin af:
They ________ playing football.
A
be
B
are
C
is
D
am

Slide 15 - Quizvraag