Herhaling hoofdstuk 2
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe heet de lijn waar de aarde in 24 omheen draait? (BK)
A
draai as
B
aardas
C
evenaar
D
Kreeftskeerkring
Slide 3 - Quizvraag
De aardas staat een beetje scheef, is dat juist of onjuist? (BK)
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Op sommige plekken op de aarde gaat één of meerdere dagen de zon niet onder. Hoe komt dit? (TH)
A
Omdat de aarde recht staat op zijn as
B
Hier staat de zon dan niet op te schijnen
C
Omdat de aarde scheef staat op zijn as
Slide 5 - Quizvraag
De dampkring noem je ook wel de....? (Alle niveaus)
A
Is geen ander woord voor
B
de atmosfeer
C
de evenaar
D
De poolcirkel
Slide 6 - Quizvraag
Het weer gaat over..? (TH)
A
gemiddelde weer in 30 jaar tijd
B
gaat over regen
C
is de toestand in de atmosfeer
D
is de toestand in de dampkring
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het klimaat? (TH)
A
het gemiddelde weer van een groot gebied in 30 jaar
B
Het gemiddelde weer over een klein gebied
C
Het gemiddelde weer over een groot gebied in 20 jaar
D
Het gemiddelde weer over een klein gebied in 10 jaar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het broeikaseffect? (KGT en TH)
A
Dan groeien de planten op aarde heel hard
B
Het vasthouden van de kou op aarde
C
Het vasthouden van de warmte op aarde
Slide 9 - Quizvraag
Wat is aanlandige wind? (KGT en TH)
A
Wind dat aankomt waaien
B
Wind dat van zee naar land toe waait
C
Wind dat van land naar zee toe waait
Slide 10 - Quizvraag
Wat is aflandige wind? (KGT en TH)
A
De wind waait van land naar zee
B
De wind waait van zee naar land
C
Er is helemaal geen wind, het is aflandig
Slide 11 - Quizvraag
Wat is condensatie? (BK)
A
dat zijn wolken
B
Dat is neerslag
C
water dat verdampt
D
de zon die schijnt op water
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van de waterkringloop? (KGT en TH)
A
zon-condensatie-neerslag-verdamping
B
Verdamping-zon-neerslag-condensatie
C
Zon-Verdamping-condensatie-neerslag
D
Condensatie-verdamping-zon-neerslag
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de loefzijde? (BK)
A
Hetzelfde als de lijzijde
B
de vochtige kant van de berg
C
de droge kant van de berg
Slide 14 - Quizvraag
Wat is stijgingsneerslag? (TH)
A
Dat is lucht dat afkoelt en dan opstijgt
B
Is water op aarde dat verdampt
C
De zon verwarmt de lucht, deze stijgt dan op
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel klimaten kent het klimaatsysteem van Köppen? (alle niveaus)
A
4
B
6
C
5
D
7
Slide 16 - Quizvraag
Welk klimaat hebben we in Nederland? (BK)
A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
gematigd zeeklimaat
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van een tropisch klimaat? (KGT en TH)
A
Gemiddelde temperatuur, veel neerslag
B
Geen neerslag, geen hoge temperaturen
C
Warm, weinig neerslag, veel bomen
D
het is warm, veel neerslag, regenwoud
Slide 18 - Quizvraag
Welk klimaat zie je hier? (TH)
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een klimaatgrafiek? (KGT)
A
Gemiddelde neerslag en temperatuur
B
Gemiddelde neerslag
C
Gemiddelde temperatuur
D
Gemiddelde windsnelheid
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de schaalverdeling van Celsius? (TH)
A
-3 is het vriespunt en 110 het kookpunt
B
0 is het vriespunt en 90 het kookpunt
C
1 is het vriespunt en 80 het kookpunt
D
0 is het vriespunt en 100 het kookpunt
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de schaalverdeling van Fahrenheit?
A
33 is het vriespunt en 221 het kookpunt
B
32 het vriespunt en 212 het kookpunt
C
212 het vriespunt en 32 het kookpunt
D
30 het vriespunt en 200 het kookpunt
Slide 22 - Quizvraag
Vind je deze manier van herhalen fijn werken?
A
Ja, het is nuttig
B
nee, het voegt niks toe
