Schizofrenie




Schizofrenie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




Schizofrenie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen

  • Theorie 

  • Toolkit

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je in eigen woorden uitleggen:

  •  Wat houd Schizofrenie in.
  • Hoe Schizofrenie ontstaat en hoe het toekomstperspectief er uit ziet.
  • Het verschil tussen een psychose, bipolaire stoornis en Schizofrenie.


Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij de stoornis ''schizofrenie''?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Omschrijf in eigenwoorden wat schizofrenie is.

Slide 6 - Woordweb

Definitie
  • DSM 4: Vijf subtypen: - Paranoïde.- Gedesorganiseerde - Katatone - Schizo affectieve - Type ongedifferentieerde type

  • DSM5: Schizofrenie Spectrum - Wetenschappers zeggen dat er weinig onderlinge verschillen zijn in de 5 subtypen, er wordt vanaf 2013 gesproken over Schizofrenie Spectrum.

    Anoiksis (belangenvereniging voor een door mensen met psychotische kwetsbaarheid) introduceert een nieuwe naam voor schizofrenie ‘Psychose Gevoeligheids Syndroom’  Gespleten geest verdwijnt. 






Slide 7 - Tekstslide

Uitleg subtypen DSM4

Paranoïde: Als je last hebt van deze vorm van schizofrenie, lijd je veel aan paranoïde gedachten, ofwel achterdochtswanen.

Gedesorganiseerde: Bij deze vorm van schizofrenie heb je vooral last van verwardheid. De spraak is erg verward en anderen kunnen moeilijk volgen wat iemand wilt vertellen.

 Katatone:  Bij het katatone type van schizofrenie lijd je aan bewegingsstoornissen, dat zich uit in on/ over beweeglijkheid


Schizo affectieve: De schizo-affectieve stoornis is een stoornis die zowel kenmerken van schizofrenie als van een stemmingsstoornis kent. De stemmingsstoornis uit zich in neerslachtigheid, depressie, een manie of een sterke afwisseling van stemmingen

De ongedifferentieerde type: Bij het ongedifferentieerde type vertoon je verschijnselen van alle hierboven genoemde vormen van schizofrenie.

Slide 8 - Tekstslide

Aan welke verschijnselen denk je?

Slide 9 - Woordweb

Openbaring / verschijnselen
  • Bij mannen meestal tussen het 15e en 25e levensjaar, bij vrouwen gemiddeld 5 jaar later

    In de kinder- en pubertijd signalen aanwezig als: 
  • Achteruitgang in schoolse achteruitgang 
  • Verandering in sociaal gedrag (terugtrekken, agressie, vijandigheid)
  • Bizarre eetgewoontes
  • Slechte hygiëne
  
Verschijnselen: Psychotische ‘positieve symptomen’ 
Tussen de psychotische perioden zijn de ‘negatieve symptomen’ aanwezig.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wist je dat...
  • Bijna één op de honderd mensen lijdt aan schizofrenie.
  • Per jaar ongeveer 3000 (1 op de 5.000) nieuwe cliënten in Nederland
  • Schizofrenie is een chronische ziekte
  • Medicatie is van groot belang.
  • 20% van de cliënten heeft na een eerste ziekeperiode geen noemenswaardige behoefte aan zorg meer en kan een zelfstandig bestaan opbouwen.
  • 10% van de cliënten pleegt zelfmoord binnen de eerste tien jaar van hun ziekte en ruim het dubbele ervan doet pogingen daartoe.
  • 10-20% van de cliënten brengt zich zelf ernstig, blijvend letsel toe.
  • Geschat wordt dat ongeveer zo’n 40% van de cliënten niet of niet op tijd adequate hulp krijgt.

Slide 12 - Tekstslide

De positieve kant van schizofrenie
  • Beroemdheden: Vincent van Gogh - Albert Einstein - Emily Dickinson- Isaac Newton

‘De gedachten van schizofrenen vliegen alle kanten op, wat tot chaos leidt,’ illustreert hij. ‘Maar een familielid dat een beetje van die eigenschap heeft, kan daardoor juist goed out of the box denken.’

Slide 13 - Tekstslide

Oorzaken
  • Biologische Factoren
  • Erfelijkheid (ongeveer 13% kans)
  • Virusinfectie bij de zwangerschap/ rond geboorte Drugs, alcohol en geneesmiddelen
  • Psychosociale factoren
  • Ingrijpende gebeurtenissen
  • Druk van buitenaf
  • Ongunstige sociale omstandigheden. 


Let op: Erfelijkheid speelt de grootste rol! Bij de openbaring gaat het om de combinatie tussen psychosociale en biologische factoren.

Slide 14 - Tekstslide

Behandeling
  • Altijd een combinatie van onderstaande samenstelling:
  • Medicatie
  • Antipsychotica (structurele inname noodzakelijk)
  • Therapie
  • Gesprekstherapie
  • Lotgenotencontact
  • Sociale vaardigheidstraining
  • Arbeidsrehabilitatie
  • Gunstige omgeving
  • Psycho educatie voor de omgeving
  • Weinig druk en ongunstige factoren (soms kan opname in GGZ instelling noodzakelijk zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zou jij wel of juist niet doen tijdens het begeleiden van een cliënt met Schizofrenie?

Slide 16 - Open vraag

Aandachtspunten in de begeleiding
  • Belangrijk om te realiseren: Cliënt heeft weinig/ geen ziektebesef dus weinig/ geen acceptatie.

Doen in de begeleiding: 
  • Stimuleer de cliënt medicatie in te nemen
  • Vraag naar gedachten en gevoelens (tweezijdig effect)
  • Benadruk de realiteit en wees duidelijk
  • Wees duidelijk en gebruik geen dubbelzinnige woordspelingen
  • Help de cliënt de dagelijkse structuur op te pakken/ aan te houden
  • Help en ondersteun de cliënt op álle levensgebieden door een laag EE klimaat






Slide 17 - Tekstslide

Belevingswereld
Op de volgende dia kijken we een klein fragment uit een documentaire over Schizofrenie. We gaa de belevingswereld van een psychose bekijken. Dit is aan de hand van een VR bril, duurt ongeveer 2,5 minuut.

Dit geeft écht een goed beeld over het verstoorde gevoels, denk- en gedragsleven. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Wat voor gevoel kreeg jij bij het kijken van dit filmfragment?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide