herhaling cellen en organen

Herhalingles: Organen en Cellen
Herhalingsles: 
cellen en organen
deze les gaan we een hoop belangrijke onderdelen van het hoofdstuk cellen en organen herhalen en bespreken
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Herhalingles: Organen en Cellen
Herhalingsles: 
cellen en organen
deze les gaan we een hoop belangrijke onderdelen van het hoofdstuk cellen en organen herhalen en bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Deze les is zo gemaakt dat je het met de klas tegelijk kan doen, maar je kunt de les ook zelf maken, om te oefenen of als je de les gemist hebt

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht: Sleep de onderdelen van het lichaam in de juiste volgorde. Van groot naar klein. 
Kleinst
Klein
Groot
Groter
Grootst
Orgaan
Organismen
Weefsel
Orgaanstelsel
Cel

Slide 3 - Sleepvraag

luister naar de uitleg door op de koptelefoon te drukken

Slide 4 - Tekstslide

We beginnen bij het kleinste onderdeel: 
De Cellen
Wat moet je weten over cellen:
  • Dat cellen bouwstenen van organismen zijn
  • Welke kenmerken van cellen er zijn
  • Welke functies deze kenmerken hebben

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Je hebt nu gehoord dat cellen de bouwstenen van je lichaam zijn.
Cellen hebben ook kenmerken. Dit zijn delen van de cellen. Door de kenmerken weet je of een cel van een plant of dier is.

Slide 7 - Tekstslide

In het volgende filmpje wordt uitgelegd welke kenmerken plantaardige cellen hebben.
Het filmpje is zo geknipt dat alleen de dingen worden verteld die voor jou belangrijk zijn om te weten.
Je krijgt na de filmpjes vragen over plantaardige cellen.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Je krijgt zo vragen over de kenmerken van een plantaardige cel. 


Slide 12 - Tekstslide


Wat geeft nummer 1 aan
A
celmembraan
B
cytoplasma/celplasma
C
celkern
D
bladgroenkorrels

Slide 13 - Quizvraag


Wat geeft nummer 5 aan
A
celmembraan
B
cytoplasma/celplasma
C
celkern
D
bladgroenkorrels

Slide 14 - Quizvraag


Wat geeft nummer 3 aan
A
celmembraan
B
cytoplasma/celplasma
C
celkern
D
bladgroenkorrels

Slide 15 - Quizvraag


Wat geeft nummer 6 aan
A
celwand
B
cytoplasma/celplasma
C
vascuole
D
bladgroenkorrels

Slide 16 - Quizvraag

Dierlijke cellen hebben ook kenmerken. Dit zijn er minder dan de plantaardige cel. De meeste kenmerken die een dierlijke cel heeft, heeft een plantaardige cel ook. Een plantaardige cel heeft meer verschillende kenmerken. Je moet weten welke kenmerken bij een plantaardige cel horen en welke bij een dierlijke cel hoort.

Slide 17 - Tekstslide

Welke kenmerken hebben plantaardige en dierlijke cellen allebei?

Slide 18 - Open vraag

Je cellen samen vormen weefsels. In het volgende filmpje wordt wat meer over cellen en weefsels verteld.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Organen zijn delen van een organisme met een eigen functie. 
Dieren (mensen) en planten hebben organen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Welke organen kan jij bedenken. Dit mogen organen van mensen zijn, maar ook van planten. Je mag ook plaatjes als antwoord invoegen.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

We hebben het nu over cellen, weefsels en organen gehad. En een klein stukje over orgaanstelsel. Weet jij nog over welke orgaanstelsels wij het hebben gehad? 

Kijk bij de volgende vragen of je de orgaanstelsels nog herkend.

! Als je op het plaatje klikt dan zie je het plaatje vergroot!

Slide 25 - Tekstslide

Welk organenstelsel
zie je hier

Slide 26 - Open vraag

Welk organenstelsel
zie je hier

Slide 27 - Open vraag

Welk organenstelsel
zie je hier

Slide 28 - Open vraag

Welk organenstelsel
zie je hier

Slide 29 - Open vraag

Welk organenstelsel
zie je hier

Slide 30 - Open vraag

Welk organenstelsel
zie je hier

Slide 31 - Open vraag

Het is belangrijk dat je de organen en organenstelsel kunt benoemen. Ook moet je weten welke organen bij welk organenstelsel horen

Slide 32 - Tekstslide

We hebben het nu vooral over organen en orgaanstelsels van mensen gehad. Planten hebben ook organen en orgaanstelsel. Ook deze moet je kunnen benoemen

Slide 33 - Tekstslide

Welk deel van het wortelstelsel geeft nummer 2 aan
(klik op het plaatje om het goed te kunnen zien)

Slide 34 - Open vraag

Welk deel van het wortelstelsel geeft nummer 3 aan
(klik op het plaatje om het goed te kunnen zien)

Slide 35 - Open vraag

Welk deel van het wortelstelsel geeft nummer 1 aan
(klik op het plaatje om het goed te kunnen zien)

Slide 36 - Open vraag

Bladeren:
  • in de bladeren vindt fotosynthese plaats
Stengels:
  • vervoeren water en voedingstoffen naar belangrijke delen van de plant
  • zorgen er voor dat de plant recht op blijft (stevigheid)
  • dragen bladeren en bloemen
Wortels
  • zorgt er voor dat de plant blijft staan (stevigheid)
  • halen water en voedingstoffen uit de grond
  • slaan reserve voedingstoffen op.

Slide 37 - Tekstslide

Als je alles hebt gemaakt heb je veel belangrijke dingen herhaald. Nog niet alles.
Wanneer je gaat leren voor de toets kun je deze les nog eens maken.

Zoek filmpjes op YouTube waarin uitleg gegeven wordt.
Op  biologiepagina.nl kun je ook goede oefeningen vinden.

Succes!

Slide 38 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Wil je nog wat zeggen over deze les?

Slide 40 - Open vraag