SCCG - Taalweb 2: Onderwerp + pv
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
Ik sta elke ochtend op om 6 uur.
Ik sta elke ochtend op om 6 uur.
Slide 2 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Daarna poets ik mijn tanden.
Daarna poets ik mijn tanden.
Slide 3 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Doen jullie dat ook elke ochtend?
Doen jullie dat ook elke ochtend?
Slide 4 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Mijn kinderen kregen gisteren een nieuwe tandenborstel cadeau.
Mijn kinderen kregen gisteren een nieuwe tandenborstel cadeau.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Daar waren ze heel blij mee.
Daar waren ze heel blij mee.
Slide 6 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Je tanden poetsen is heel belangrijk.
Je tanden poetsen is heel belangrijk.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Beseffen jullie dat wel?
Beseffen jullie dat wel?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Anders krijg je gaatjes in je tanden.
Anders krijg je gaatjes in je tanden.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Je adem kan er ook van stinken.
Je adem kan er ook van stinken.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Je poetst dus best je tanden.
Je poetst dus best je tanden.
Slide 11 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Op die manier heb je een gezond gebit!
Op die manier heb je een gezond gebit!
Slide 12 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
De tandarts controleert best één keer per jaar je tanden.
De tandarts controleert best één keer per jaar je tanden.
Slide 13 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Het is een kleine moeite om eens langs te gaan.
Het is een kleine moeite om eens langs te gaan.
Slide 14 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Je hoeft geen schrik te hebben van zijn witte tandartsstoel.
Je hoeft geen schrik te hebben van zijn witte tandartsstoel.
Slide 15 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Op vijf minuten ben je er van af!
Op vijf minuten ben je er van af!
