B4 Opvoeding in de klas

• Mentorles
• HBO
• Studiejaar 2

Vakoverzicht OK 1 - periode 3

Bijeenkomst 4: Opvoeding in de klas

Vandaag

Terugblik op vorige week

Presentatie groep 3: Opvoeden, hoe zo?

Pedagogische visie van de stageschool

Opvoeden en opvoedstijlen 

Aan de slag met de opdracht

Hoe houdt jouw mentor
regie op de groep?

Coöperatieve werkvorm mix en ruil.

Oefenen met de ik-boodschap.

Wat voor deviant gedrag
neem je waar?

Stappen

Wanneer je als leerkracht te maken krijgt met een lastige situatie, handel je volgens de volgende stappen:

1. Het deviant signaleren.

2. Het gedrag van de leerling analyseren. Hierbij is het van belang dat je objectief observeert.

3. Je stel jezelf de vraag: waar komt het gedrag vandaan? Gedrag is meestal een reactie op een gebeurtenis.

4.Hierna kan je een plan van aanpak bedenken.

Opdracht

In groepjes(4):

• Bespreek met elkaar de lastige situatie.
• Doorloop de stappen.
• Maak een escalatie ladder
• Formuleer een ik-boodschap
  

Plenair: licht de  situatie toe en vertel jullie plan.

Presentatie groep 3: Opvoeden, hoe zo?

Pedagogische
visie stageschool

Pedagogische visie

Führen OMGEVING               KIND

De omgeving bepaalt wat het kind hoort te doen/geleid worden/behaviorisme

 "Wachsen lassen" KIND            OMGEVING

Het kind bepaalt hoe het met de omgeving zal omgaan/Montessori/Steiner/Piaget

 Combinatie KIND     <-- -->     OMGEVING

In dialoog met elkaar wordt bepaald wat en hoe er geleerd zal worden

Vygotsky/zone van de naaste onwtikkeling

Welke spreekt jou het meest aan en wat zie je terug in jouw stageschool?

Waar voldoet, volgens jou, een goede opvoeding aan?

Taak van opvoeding

School

Ouders

Beide, gelijkwaardig

Beide, maar meer bij de ouders

Beide, maar meer bij de school

Opvoeding

Mens wordt mens tussen de mensen

Kind is aangewezen op de opvoeding en geeft geleidelijk zelf betekenis aan zijn omgeving

Iedere leeftijdsfase is belangrijk om tot volwaardige volwassene te ontwikkelen ; zelfverantwoordelijke zelfbepaling

Rol van volwassenen: kind begrijpen vanuit de leeftijdsfase van het kind

Opvoedstijlen: welke past bij jouw als leerkracht?

Vul de zelfscan in

https://zelfscan.eu/opvoeding/

Vervang 'kind' door leerling. Benader de vragenlijst algemeen

Zoek iemand met dezelfde opvoedstijl

Opdracht in tweetal:?

Wat houdt deze opvoedstijl in?

Hoe richt je de leeromgeving in wanneer je deze opvoedstijl hanteert?

Hoe ziet jouw leerkracht handelen eruit als je deze opvoedstijl hanteert in de klas?

Wat vraagt/verwacht je bij deze opvoedstijl van de kinderen?

Vervolg opdracht

De tweetallen gaan uiteen. Zoek een nieuwe student met dezelfde opvoedstijl en bespreek jouw antwoorden.

Welke opvoedstijl past bij jou?

Autoritair

Toegeeflijk(permissieve)

Democratisch(autoritatief)

Verwaarlozend(niet betrokken)

Opvoeden

Wat is volgens jou het belangrijkste opvoedingsdoel?

Aanpassing

Zelfrealisatie

Verantwoor-delijkheid

Authenticiteit

Relationaliteit

Vrijheid

Dienstbaarheid

Wat is volgens jou het belangrijkste opvoedmiddel

Affectief

Gedrags-regulerend

Informatieve ondersteuning

Hoe zie jij jouw rol als opvoeder in de klas? (4 tal)

• Opvoedingsdoel?
• Opvoedingsmiddelen?
• Opvoedstijl?
• Regie houden?
• Hoe ziet dit eruit in jouw praktijk? 

Aan de slag met de opdracht

Wie heeft deel 1 al af?
(stap 1 en 2: groep in beeld volgens feiten en observaties)

😒🙁😐🙂😃

Opdracht 1

Maak een drietal met studenten die ongeveer even ver zijn:

Wel begonnen: vergelijk de stukken. Leg op volgorde van compleet naar minst compleet. Ga voor jezelf na wat je nog mist.

Niet begonnen: Ga aan de slag met de opdracht

Criteria deel 1

• Relevante algemene kenmerken van de stagegroep weer, zoals leeftijd, groepsgrootte, sociaal-culturele achtergrond, rol ouders. =FEITEN = BRONNEN 
• De student signaleert en beschrijft de fase van groepsontwikkeling (norming, storming e.d.) van zijn stagegroep op grond van theorie en observaties. Hierbij worden ook de ontwikkelingsgebieden en ontwikkelingsfases van de kinderen benoemd en gekoppeld.
• Bronnen --> begrip = ALTIJD THEORIE

OPDRACHT 2

Stel vragen voor het sociogram op.

Let op: theorie wordt verwacht (zuig de vragen niet uit je duim).

De student beschrijft de onderlinge (vriendschaps- en werk) relaties binnen de groep op grond van een zelf afgenomen sociogram EN observaties. Beschrijf hier ook de rollen die leerlingen in de klas vervullen (max.3 pnt)

Welke theorie
moet je bestuderen
en gebruiken
als je hierachter wilt komen

Tip schrijfstijl

Allereerst wil ik onderzoeken wat de onderlinge vriendschapsrelaties zijn in mijn stageklas. Volgens NAAM (jaartal) kenmerken onderlinge vrienschapsrelaties zich door.........

De kenmerken zet je om in een vraag. 

Volgende keer:

Sociale omgang en communicatie in de groep: sociale competenties in samenhang met de sociale ontwikkeling

Lezen: