Voorbereiden RollenspelPrivacyApp

Voorbereiden Rollenspel

Leerdoelen

• Aan het einde van de les zul je in staat zijn om een klantgesprek uit te voeren.
• Aan het einde van de les zul je in staat zijn om vragen over privacy en klachtenprocedure te beantwoorden.
• Aan het einde van de les zul je in staat zijn om de woordenlijst te gebruiken in de leesteksten.

Wat weet je al over het voeren van een klantgesprek?

Voorbereiden Rollenspel

• Rollenspel: een activiteit waarbij studenten een bepaalde rol spelen in een gesimuleerde situatie.
• Verstaanbaarheid: de mate waarin gesproken taal begrijpelijk is.
• Uitspraak: de manier waarop woorden worden uitgesproken.
• Intonatie: de verandering in toonhoogte van de stem bij het spreken.
• Woordenschat: de verzameling woorden die een persoon kent en gebruikt.
• Vloeiendheid: de vloeiendheid en natuurlijkheid van het spreken.

Verstaanbaarheid

• Let op dat je duidelijk spreekt.
• Zorg dat je woorden goed te verstaan zijn.

Uitspraak van woorden

• Oefen de juiste uitspraak van woorden.
• Let op de klanken en klemtonen.

Intonatie bij vragen

• Pas je intonatie aan bij het stellen van vragen.
• Laat je stem omhoog gaan aan het einde van de zin.

Woordenschat voor de beroepstaalsituatie

• Breid je woordenschat uit met relevante termen voor klantgesprekken.
• Leer specifieke woorden en uitdrukkingen die in deze context worden gebruikt.

Vloeiendheid van het gesprek

• Oefen het vloeiend spreken zonder aarzelingen.
• Probeer de zinnen soepel te laten verlopen.

Gebruik van woordaccent en beleefdheid bij zinsintonatie

• Let op het juiste woordaccent bij het spreken.
• Gebruik beleefde zinsintonatie in klantgesprekken.

Definitielijst

• Rollenspel: een activiteit waarbij studenten een bepaalde rol spelen in een gesimuleerde situatie.
• Verstaanbaarheid: de mate waarin gesproken taal begrijpelijk is.
• Uitspraak: de manier waarop woorden worden uitgesproken.
• Intonatie: de verandering in toonhoogte van de stem bij het spreken.
• Woordenschat: de verzameling woorden die een persoon kent en gebruikt.
• Vloeiendheid: de vloeiendheid en natuurlijkheid van het spreken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.