Een plant, zoals de zonnebloem, groeit naar het licht doordat de plant kan reageren op lichtprikkels. Dit is een voorbeeld van het levensverschijnsel .........
A
Ademen
B
Waarnemen
C
Groeien
D
Voeden
Slide 15 - Quizvraag
Welke van de onderstaande levensverschijnselen hebben te maken met het opnemen en/of afgeven van stoffen aan de omgeving?
A
Groeien, voeden, ademhalen
B
Bewegen, voeden, voortplanting
C
Uitscheiden, groeien, bewegen
D
Voeden, ademhalen, uitscheiden
Slide 16 - Quizvraag
Welke levensverschijnselen hebben te maken met het feit dat een vogel wegvliegt zodra het een kat ziet?
A
Bewegen
Voeden
B
Bewegen
Ademhalen
C
Bewegen
Waarnemen
D
Ademhalen
Voeden
Slide 17 - Quizvraag
Nr. 2 is een waterdruppel. Deze is:
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos
D
Nat
Slide 18 - Quizvraag
Nr. 9 is een mandarijntje. Deze is:
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos
D
Gezond
Slide 19 - Quizvraag
A
De baal hooi is dood en de banden zijn levenloos
B
De baal hooi is levend en de banden zijn dood
C
De baal hooi is dood en de banden zijn dood
D
De baal hooi is levend en de banden zijn levenloos
Slide 20 - Quizvraag
A
De oesters zijn dood
B
De oesters zijn levenloos
C
De oesters zijn levend
D
Die oesters lust ik niet :)
Slide 21 - Quizvraag
A
De plank is dood, de robot leeft en de baksteen is levenloos
B
De plank is levenloos, de robot dood en de baksteen is levend
C
De plank is dood, de robot levenloos en de baksteen is levenloos
D
De plank is levend, de robot levenloos en de baksteen is dood