Zouten herhaling_4de Klas_Dec_2024

Herhaling
Pak je BINAS erbij 45 A en 45 B
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Pak je BINAS erbij 45 A en 45 B

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de lading van een magnesium-ion?
Gebruik je Binas (40A)

(20 s)
A
+
B
2+
C
-
D
2-

Slide 2 - Quizvraag

Welke ladingen kan een ijzerion hebben?
(Binas 40A)

(20 s)
A
1+, 2+
B
2+, 3+
C
1+, 3+
D
2+, 4+

Slide 3 - Quizvraag

Geef de formule en lading van
een sulfaat-ion (Binas 66B)
(je hoeft geen sub/superscript te gebruiken)
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van nikkel(II)jodide ?
(20 s)
A
Ni2I2
B
Ni2I
C
NiI2
D
NiI

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van zinkhydroxide ?
(20 s)
A
Zn2 (OH)2
B
Zn2 OH
C
Zn (OH)2
D
Zn OH

Slide 6 - Quizvraag

Geef de verhoudingsformule van naam van ijzer (II) fosfaat:
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Geef de naam van:
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Het oplossen van natriumchloride
  • Cl-ionen worden harder aangetrokken tot het meest positieve deel van de H2O moleculen dan tot Na+ ion. 
  • Na+ ionen worden juist meer aangetrokken tot het meest negatieve deel van de H2O moleculen. Dus laten ze elkaar los

Slide 9 - Tekstslide

Hoe is de oplosbaarheid van ammoniumfosfaat
(20 sec)
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer is een zout oplossing verzadigd?
Als...
A
...de maximale hoeveelheid zout is opgelost
B
...de maximale hoeveelheid water is opgelost
C
...je niet meer kan roeren.
D
...de oplossing vast wordt.

Slide 11 - Quizvraag





Je ziet dat alle ionen los van elkaar komen, uit dit ene zout komen dus 5 ionen!
notatie van oplossen van een zout

Het oplossen van aluminiumsulfaat:

Slide 12 - Tekstslide

De oplosvergelijking van aluminiumfosfaat, , is:
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 13 - Quizvraag

Indampen van een zout:
De ionen trekken weer naar elkaar toe zoals bij het indampen van een ijzer(II)nitraat oplossing.

Slide 14 - Tekstslide

De indampvergelijking van
zinknitraat( ), is:
ZnNO3
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Zn2++2NO3Zn(NO3)2
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 15 - Quizvraag

Geef de oplosvergelijking van het zout ZnBr2

Slide 16 - Open vraag

Geef de indampvergelijking van een ammoniumchlorideoplossing

Slide 17 - Open vraag


Welke hydratatie zie je hiernaast?
A
Hydratatie van een positief ion
B
Hydratatie van een negatief ion

Slide 18 - Quizvraag

Zouthydraten
  • Sommige zouten kunnen water opnemen in de kristalstructuur.
  • Er wordt dan een hydraat gevormd.
  • Een hydraat is nog steeds een vaste stof.
  • Bekende voorbeelden: gips, vochtvreters, koper(II)sulfaat.
  • Niet verwarren met hydratatie/gehydrateerd (ion omringd door watermoleculen).
4.3

Slide 19 - Tekstslide

Hydraat vormen
  • Bij de vorming van een hydraat neemt het zout water op in zijn kristalstructuur.


  • Pas wanneer er nog meer water wordt toegevoegd (overmaat) zal het kopersulfaat oplossen en splitsen in ionen.
4.3

Slide 20 - Tekstslide

Wat krijg ik na de pijl wanner ik het zouthydraat uit de vorige vraag oplos?
A
koper(II)ionen, sulfaat-ionen, water
B
koper(II)ionen, sulfaat-ionen
C
Koper(II)Ionen, sulfiet-ionen
D
Koper(II), sulfiet-ionen, water.

Slide 21 - Quizvraag

Zouthydraten naamgeving
  • Een zouthydraat wordt weergegeven als zout en de hydraten erachter met een punt
  • CaSO4 . 2H2O
  • calciumfosfaatdihydraat
  • Naam van het zout + hoeveel (grieks telwoord) hydraten 
4.3

Slide 22 - Tekstslide


Soda is een hydraat met de formule Na2CO3.10H2O
Wat is de systematische naam van deze stof?

Slide 23 - Open vraag