Jeugdliteratuur

Jeugdliteratuur
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Jeugdliteratuur

Slide 1 - Tekstslide

Wat was als kind
jouw lievelingsboek?

Slide 2 - Woordweb

Programma 10 maart
  • Cultuurdag 10 april 2021
  • Waarom is lezen belangrijk?
  • Functies van jeugdliteratuur
  • Lezen wat de juf/meester leest
  • Kinder- en jeugdboeken en adolescentenromans
  • Literatuur en lectuur
  • Beoordelingscriteria
  • Narratieve ontwikkeling; literaire competentie
  • Literaire genres
  • Leesvoorkeur
  • (Geen) toekomst voor jeugdliteratuur

Slide 3 - Tekstslide

10 april 2021
Mylo Freeman


Ted van Lieshout


Gideon Samson

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is lezen belangrijk?


- sociaal-emotionele ontwikkeling
- uitbreiding woordenschat en leesvaardigheid

Slide 5 - Tekstslide

Functies jeugdliteratuur

  • Ontspanning
  •  Creatief: stimuleren van fantasie, prikkelen van de lezer
  •  Emotioneel: inzicht geven in gevoelens en ervaringen
  •  Informatief: kennis over de wereld
  •  Opvoedend (pedagogisch)
  •  Esthetisch: schoonheid/mooie vorm van taal

Slide 6 - Tekstslide

Wat lees jij graag?

Slide 7 - Open vraag

Boekendans
In de klas: zie foto.

Ons alternatief:
Je krijgt hierna een aantal 
beginfragmenten van 
bekende kinderboeken te zien.
 Wie herkent de meeste?

Slide 8 - Tekstslide

Tibbe! Waar zit Tibbe? Heeft iemand Tibbe gezien? Hij moet bij de baas komen. Waar zit ie nou! Tibbe!!

Slide 9 - Open vraag

Op maandag kregen wij een nieuwe meester, want die van ons was zwanger. Nou ja, de juf dan.

Slide 10 - Open vraag

In de Ligusterlaan, op nummer 4, woonden meneer en mevrouw Duffeling.

Slide 11 - Open vraag

Deze twee heel oude mensen zijn de vader en moeder van meneer Stevens. Hun namen zijn opa Jakob en opoe Jakoba.

Slide 12 - Open vraag

Halverwege de pauze kwamen Akkie en Elise opgewonden de klas binnenstormen. ‘Juf, Joep doet weer grof met voetbal!’

Slide 13 - Open vraag

‘Ik heb een geheim.’
De kinderen van groep drie-vier keken op. Allemaal legden ze hun kleurpotloden neer en keken vol belangstelling naar meester Frans.

Slide 14 - Open vraag

21 juni
Je weet niet wat je in handen hebt.
In dit schrift dat jij nu vasthoudt heb ik de oorlog beschreven tussen mij en mijn broer.

Slide 15 - Open vraag

Kinder- en Jeugdboeken en adolescentenromans
  • Kinderboeken voor kinderen tot en met de basisschoolleeftijd
  • Jeugdboeken voor kinderen die van de basisschool af zijn
  •  Adolescentenromans voor jongeren tussen de 15 en 20 jaar (young-adult)

En Harry Potter dan ...? 

Slide 16 - Tekstslide

Verschil Lectuur/literatuur?
  • Kenmerken van lectuur: voorspelbare plot, goedkope humor, stereotiepe karakters (Bron: Portaal).
  • Vaak ook weinig diepgang (ontwikkeling van karakters: flat character t.o.v. round character) en veel dagelijks taalgebruik.
  • Wanneer is iets literatuur?
  • Hoort Harry Potter bij lectuur of literatuur?





Slide 17 - Tekstslide

Selecteren en beoordelen
Wat is de zin of juist het gebrek aan zin 
van het bestaan van een volwassenenjury en een kinderjury?

Slide 18 - Tekstslide

Bij het beoordelen van kinderboeken horen twee belangrijke stappen:

  1.  Welke uitgangspunten hanteer je bij het beoordelen van een kinderboek?
  2. Maak onderscheid tussen subjectieve en objectieve criteria. Onder subjectiviteit wordt dan verstaan: een persoonlijke leesbeleving gebaseerd op smaak of voorkeur (van de leesbevorderaar en/of van de jeugdige lezer).

Er zijn in de basis drie visies die een rol spelen bij het vaststellen van de objectieve beoordelingscriteria: pedagogisch (ontw. kind), literair (tekst), ideologisch (maatschappij).

https://www.lesintaal.nl/documents/doc_32935.htm


Slide 19 - Tekstslide

Literaire competentie
De leraar stimuleert de leerlingen zich een voorstelling van de opgeroepen wereld in het boek te vormen en tot een afgewogen oordeel te komen over het boek.



https://lesintaal.nl/documents/doc_32922.htm#:~:text=Kennisplatform%20taaldidactiek%20%2D%20Literaire%20competentie&text=De%20leraar%20stimuleert%20de%20leerlingen,te%20komen%20over%20het%20boek.&text=Tijdens%20het%20lezen%20vormt%20de,de%20tijd%20in%20het%20boek.

Slide 20 - Tekstslide

Narratieve kenmerken (fictie)
  • Woordkeus
  • Zinsbouw
  •  Vertelperspectief: in veel kinderboeken kom je de alwetende verteller (auctoriale perspectief) tegen, maar meestal is dit geen volwassene. (Verder: ik-verteller, derde persoonsverteller)
  •  Tijd: bij jonge lezers is de vertelde tijd vaak gelijk aan de verteltijd. Hoe ouder het kind wordt, hoe meer je hiermee kunt spelen (flashbacks, sprongen in de tijd).
  •  Thematiek en onderwerp: van concreet naar steeds diepgaander, met ook meer gewaagde thema’s.
  •  Illustraties: van heel veel in prentenboeken naar geen in boeken voor volwassenen

Slide 21 - Tekstslide

Literaire genres
Teksten die tot eenzelfde groep gerekend kunnen worden, omdat ze bijvoorbeeld hetzelfde thema, hetzelfde doel, of dezelfde vorm hebben.
 Er bestaan verschillende genre-indelingen:

1) Vorm: Proza, Poëzie, Drama (toneelteksten)
2) Doelstelling: Verhalend, Informatief
3) Thema: Hier-en-nu-verhalen, historische verhalen, oorlogsverhalen, verhalen over andere culturen, detectiveverhalen, sprookjes, fantasieverhalen, griezelverhalen, sciencefiction, dierenverhalen
4) Indeling op basis van verhouding woord en beeld: Prentenboeken, stripverhalen, informatieve teksten en poëzie

Slide 22 - Tekstslide

Echte klassiekers (in NL...)
Klassiekers in moedertaal?

Slide 23 - Tekstslide

Leesvoorkeuren leerlingen rond 2010 
Paul van Loon 15%
Francine Oomen 13%
Carry Slee 12%
‘Walt Disney’ 10%
Jacques Vriens 8%
Geronimo Stilton 7%
R.L. Stine 4%
J.K. Rowling 4%
Roald Dahl 4%
Fred Diks 4%

einde basisschool

Slide 24 - Tekstslide

Ontwikkelingslijn leesvoorkeur
Kleuters houden van prentenboeken en voorleesverhalen. Ze maken niet veel onderscheid tussen fantasie en realiteit. In de fantasiewereld is alles mogelijk. Sprookjes en dierenverhalen nemen een centrale plaats in.


Tussen 6 en 10 jaar blijven de fantasieverhalen populair. Realistische verhalen komen wel voor, maar die spelen zich meestal af in de directe leefwereld van het kind. Langzaamaan raken kinderen steeds meer geboeid door wat andere kinderen meemaken.


Vanaf 10 jaar ontwikkelen kinderen hun gevoel voor humor. Grappige boeken zijn met name in trek, vooral waarin volwassenen het onderspit delven. Kinderen gaan ook van realistische boeken houden (vooral vanaf 12 jaar). Maar ook detectives en sciencefictionachtige verhalen of fantasy zijn populair.


Vanaf ongeveer 10 jaar groeien de leesvoorkeuren van jongens en meisjes uit elkaar. Meisjes houden van boeken over gewone kinderen, liefde, vriendschap en problemen. Jongens houden meer van informatieve genres of van boeken met jongensclubjes en echte helden.


Slide 25 - Tekstslide

Leesplezier
Leesplezier wordt door de meeste docenten Nederlands gezien als de belangrijkste doelstelling in het (lees)onderwijs.
Leesplezier wordt nagestreefd, maar vaak niet bereikt. Jongeren haken massaal af door:


Slide 26 - Tekstslide

Waarom jongeren afhaken...
(1) concurrentie van andere media, 
(2) de canon die niet inspireert, 
(3) het overaanbod van boeken, 
(4) het negatieve imago van lezen en 
(5) het ontbreken van longitudinaliteit in het boekenaanbod in de literatuurlessen. (kloof onder-/bovenbouw VO door gebrek aan kennis of waardering van leraar Young Adult)

Slide 27 - Tekstslide

De toekomst van jeugdliteratuur in dit digitale tijdperk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

De toekomst?
Zal de jeugdliteratuur veranderen in het digitale tijdperk? En/of hoe zie je de mogelijkheden van de nieuwe media in combinatie met jeugdliteratuur? Wat is jouw beeld van de jeugdliteratuur in de 21e eeuw?


https://www.hva.nl/faculteit/fdmci/gedeelde-content/nieuws/nieuwsberichten/2021/03/deze-hva-student-laat-jongeren-weer-lezen.html
Scroll Book 



Slide 29 - Tekstslide