Meester van het Woordenboek

Arbeiten mit dem Wörterbuch
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Arbeiten mit dem Wörterbuch

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet hoe je woorden moet opzoeken in het Duits-Nederlandse woordenboek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten woorden
Samengestelde woorden, vervoegde werkwoorden en meervouden: hoe zoek je die op?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenissen en context
Hoe vertaal je woorden met meerdere betekenissen binnen de gegeven context?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met vertalen
Praktijkoefening: vertaal enkele Duitse zinnen naar het Nederlands met behulp van een woordenboek.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strategieën voor snelheid
Hoe kan je snel en efficiënt woorden opzoeken in een woordenboek?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wedstrijdje
Vertaal een lijst met Duitse woorden zo snel mogelijk naar het Nederlands.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling
Hoeveel correcte vertalingen heb je gevonden?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foutenanalyse
Bespreking van veelgemaakte fouten bij het opzoeken en vertalen van woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing in de praktijk
Waarom is nauwkeurig woordenboekgebruik belangrijk in de praktijk?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat heb je vandaag geleerd over woordenboekgebruik in het Duits?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en feedback
Heb je nog vragen of feedback over de les?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Samenvatting van de belangrijkste punten en bedankje voor de deelname.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Hoe 'lees' je een woordenboek. 
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoor.
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stam van het woord

It was extremely  cold outside.     >   stam = extreme
She loved her new phone.            >   stam = love
That is unfair.                              >   stam = fair  
They are talking  too much.          >   stam = talk
We went home after class            >   stam = go


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
7
8
9
abandon
abominable
afternoon
agency
airport 
airship
ahead
ashtonishing 
astronomy

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stam van het volgende woord:
considered


Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de stam van het volgende woord:
accurately

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek

  • Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  • Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  • Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  • Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 
  • Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek
Vind je de betekenis niet met een strategie? Gebruik dan een (online) woordenboek.

Zoek bij:
- het hele werkwoord: bevestigt -> bevestigen, gereserveerd -> reserveren
- het enkelvoud: adviezen -> advies
- de korte vorm: actieve -> actief
- een deel van de samenstelling: verkeersslachtoffer -> slachtoffer

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies