2HVc - lezen les 3

Nederlands 
Welkom 2HVc!

Pak je leesboek. 


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Welkom 2HVc!

Pak je leesboek. 


Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Bespreken huiswerk (opdracht 3 De Brug)
  • Start Lezen Hoofdstuk 1
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 3 van De Brug Lezen

Pak je huiswerk erbij. Ik geef willekeurig mensen de beurt. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Even wat dingen herhalen
Inloggen in LessonUp is niet nodig: we doen het klassikaal. 

Slide 6 - Tekstslide

Het onderwerp is wat de schrijver over de tekst wil zeggen
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De kenmerken die horen bij het onderwerp, zijn:
A
een woord of paar woorden
B
een hele zin
C
vind je door oriënterend lezen
D
staat meestal in het slot van de tekst

Slide 8 - Quizvraag

Onderwerp
Iedere tekst heeft een onderwerp.
  •  Kun je vinden door te kijken naar: titel, ondertitel, afbeelding, inleiding
  •  één woord (‘zorg’) of woordgroep (‘werken in de zorg’). Ga uit van maximaal 5 woorden
  • belangrijke informatie staat in de inleiding, middenstuk en slot


Slide 9 - Tekstslide

Juist of onjuist?
De hoofdgedachte is datgene wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De hoofdgedachte is altijd een hele zin
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap van de tekst 

  • Soms gaan 2 zinnen over hetzelfde onderwerp, maar hebben ze een andere hoofdgedachte:

- De personeelstekorten in de zorg zullen  alleen maar toenemen.
- De zorg is de mooiste en meest dankbare sector om in te werken.



Slide 12 - Tekstslide

onderwerp
hoofdgedachte
vinden met orienterend lezen
vinden met nauwkeurig lezen
een woord of paar woorden
een hele zin
let op: geen vraagzin!
waar de tekst over gaat
wat de schrijver over het onderwerp wil vertellen
meestal eerste vraag in een toets
meestal laatste vraag in een toets

Slide 13 - Tekstslide

Start Lezen H1
Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdzaken en kernzinnen
Hoofdzaken: 
Belangrijkste zaken in een tekst (niet zo belangrijk = bijzaak).
Je vindt deze op voorkeursplaatsen (inleiding/slot).

Staat vaak in kernzin van een alinea. 
Kernzin: 1e, 2e of laatste zin in alinea. 

Slide 15 - Tekstslide

De kernzin is de belangrijkste zin van de alinea
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

De hoofdzaak van een alinea staat vaak in de kernzin van de alinea.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Samenvatten van een tekst
stap 1: lees de tekst goed door
stap 2: onderstreep de hoofdzaken ->let op voorkeursplaatsen
stap 3: noteer de belangrijkste info uit de tekst

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Pak je boek en open het op bladzijde 13. 
Opdracht 1 doen we klassikaal. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst bij opdracht 2 (bladzijde 13).
Verzin zelf een kernzin en schrijf hem in je schrift.

Klaar? Maak opdracht 3 en 5 van H1 Lezen.

Slide 20 - Tekstslide