Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H1 Les 3 Werken in een woon-zorgcentrum

Dienstverlening en zorg H1 Les 3
Werken in een woon-zorgcentrum
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dienstverlening en zorg H1 Les 3
Werken in een woon-zorgcentrum

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
-We hebben het gehad over lichaamstaal
-Wat is ook alweer belangrijk tijdens een gesprek?
-Iemand aankijken......en wat nog meer?

Slide 2 - Tekstslide

Het doel is:
-dat in een woon-zorgcentrum vaan oudere mensen wonen
-dat sommige bewoners nog helemaal voor zichzelf kunnen zorgen
-dat sommige bewoners zorg, hulp of aandacht nodig hebben
-welke werkzaamheden er zijn in het woon-zorgcentrum

Slide 3 - Tekstslide

Spullen klaarzetten voor de afwas
- Na de lunch gaat iedereen weer aan het werk
-Samen met een collega ga je de afwas doen
-Omdat het geen grote afwas is, wassen jullie met de hand af
-Voor het afwassen met de hand heb je verschillende spullen nodig

Slide 4 - Tekstslide

welke spullen?
-Een afwasteil, die staat in de gootsteen
-Een afwasborstel
-Een afdruiprek, dat staat op de lege kant van het aanrecht
-De vuile vaat staat aan de andere kant van het aanrecht
-Een schone droge theedoek
-Een vaatdoekje onder het afdruiprek
-Afwasmiddel, een afvalbak (aan de kant van de vuile vaat) en zeep om je handen te wassen

Slide 5 - Tekstslide

De afwas voorbereiden
-Alle vuile spullen staan nu op het aanrecht
-De vuile vaat maak je nu eerst een beetje schoner
-Dat doe je zo:
1. Voedselresten doe je in de afvalbak
2. Met een stuk keukenrol of met een vuile lepel veeg je de restjes eten in de afvalbak, erg vuile vaat spoel je af
3. De vuile vaat zet je netjes op het aanrecht, de soorten bij elkaar, een goede volgorde is belangrijk
4. Helemaal achteraan zet je de pannen en schalen, die zijn vies en vet en die maken het afwaswater viezer
5.Een beetje dichterbij is het bestek
6. Vlak bij zet je de glazen, de kopjes en de schoteltjes, die zijn niet zo vies en gaan het eerst het water in.

Slide 6 - Tekstslide

De goede volgorde van afwassen:
1. de glazen
2. de kopjes en schoteltjes
3. het bestek
4. de borden
5. de schalen
6.de pannen
Spoel steeds het sop van de vaat en zet hem dan in het afdruiprek

Slide 7 - Tekstslide

Afwassen
-Als de voorbereiding klaar is doe je warm water in de afwasteil
-Met een beetje afwasmiddel (duurzaam)
-Het afdruiprek staat aan de kant waar geen vuile vaat staat
-Onder het afdruiprek ligt een droog doekje (vaatdoekje)
-Of er staat een bak waar het water in druipt

afdruiprek met bak

Slide 8 - Tekstslide

                   Bed verschonen
-Na de afwas is het tijd om te helpen met het verschonen van de bedden
-Sommige bewoners kunnen niet zelf hun bed verschonen
-Daarom wordt het elke week door medewerkers van het woon-zorgcentrum gedaan

Slide 9 - Tekstslide

De volgorde
1. Je haalt het vuile beddengoed van het bed af
2. Je doet het ene schone laken om de matras
3. Je doet de schone kussensloop om het kussen
4. Je legt het kussen op het hoofdeinde
5. Je legt het andere schone laken en de deken op het bed
6. Je stopt het laken en de deken in bij het voeteneinde
7. Je slaat het laken en de deken om bij het hoofdeinde
8. Je stopt het laken en de deken aan de zijkanten in 
9. Je doet het vuile beddengoed in de wasmand en wast daarna je handen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat leg je onder een afdruiprek? (1p)

Slide 11 - Open vraag

Wat is goed?(1p)
A
Je wast eerst de kopjes en dan de glazen
B
Je wast eerst het bestek en dan de kopjes
C
Je was eerst de pannen en dan de kopjes
D
Je was eerst de glazen en daarna de kopjes

Slide 12 - Quizvraag

Wat zet je niet neer voordat je met afwassen begint? (1p)
A
afwasteil, afwasborstel en afdruiprek
B
afdruiprek, afvalbak en afwasmiddel
C
een afwasteil, een afwasborstel en een kruk om op te zitten,
D
een afdruiprek, een wasteil en een vaatdoek

Slide 13 - Quizvraag

Wat doe je met voedselresten? (1p)

Slide 14 - Open vraag

Wat doe je als een bord nog erg vuil is nadat je voedselresten eraf heb gehaald? (1p)

Slide 15 - Open vraag

Gebruik één van de volgende woorden als antwoord op de volgende vragen.
1. vaatdoekje
2. kast
3. afwasteil
4. vieze
5. afdrogen
6. theedoeken
7. afwasborstel

Slide 16 - Tekstslide

De schone vaat gaat in de .................(1p)

Slide 17 - Open vraag

.........theedoeken in de was (1p)

Slide 18 - Open vraag

Het aanrecht schoonmaken met een ..................(1p)

Slide 19 - Open vraag

Natte............ophangen om te drogen (1p)

Slide 20 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om je handen te wassen als je klaar bent met het verschonen van een bed? (1p)

Slide 21 - Open vraag