Klas 3TL_QUIZ_Thema 6_Zintuigen_korte versie_18 april_2024

ZINTUIGEN QUIZ -KORTE VERSIE
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

ZINTUIGEN QUIZ -KORTE VERSIE

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet nummer 1
A
Hoornvlies
B
Iris
C
Pupil
D
Harde Oogvlies

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet nummer 4
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde Oogvlies

Slide 3 - Quizvraag

In welke laag liggen de zintuigcellen (kegeltjes/staafjes)
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Welke letter is de lens die bol en plat kan worden?
A
Q
B
R
C
S

Slide 5 - Quizvraag

In welk nummer wordt licht omgezet in een impuls?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 6 - Quizvraag

Welk nummer bevat heel veel bloedvaten?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 7 - Quizvraag

Welke letter is de buis van Eustachius?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 8 - Quizvraag

Welke letter is het evenwichtsorgaan?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 9 - Quizvraag

In welk onderdeel wordt geluid omgezet in een impuls?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel is het trommelvlies?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 11 - Quizvraag

In welke laag bevindt zich vetweefsel?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 12 - Quizvraag

Tot welk orgaanstelsel horen zintuigen?
En wat gebeurt er in een zintuig?
A
Zenuwstelsel. Prikkel wordt omgezet in een impuls
B
Zenuwstelsel. Impuls wordt omgezet in een prikkel
C
Zintuigstelsel. Prikkel wordt omgezet in een impuls
D
Zintuigstelsel. Impuls wordt omgezet in een prikkel

Slide 13 - Quizvraag

Welke zenuw zit verbonden aan een zintuig?
A
Gevoelszenuw
B
Bewegingszenuw
C
Schakelcel
D
Een zintuig is niet verbonden met een zenuw

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de adequate prikkel van je tastzintuig?
A
Aanraking
B
Druk
C
Koude
D
Warmte

Slide 15 - Quizvraag

Met welke zintuigcel zie je kleur?
En in welk vlies liggen deze?
A
Kegeltjes in het netvlies
B
Staafjes in het netvlies
C
Kegeltjes in het hoornvlies
D
Staafjes in het hoornvlies

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een drempelwaarde?
A
De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
B
De hoogste prikkel waarbij een zenuw reageert
C
De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
D
De laagste prikkel waarbij een zenuw reageert

Slide 17 - Quizvraag

Wie heeft de laagste drempelwaarde?
A
Hond
B
Puber
C
Volwassene
D
Oma

Slide 18 - Quizvraag

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de pupil kleiner wordt?
A
Witte onderdeel
B
Bruine onderdeel
C
Zwarte onderdeel
D
De pupil kan niet van vorm veranderen

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel maakt traanvocht?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 7
D
Nummer 8

Slide 20 - Quizvraag

Hoe ziet je pupil er in fel licht uit?

Welke spieren zijn dan samengetrokken?
A
Pupil Klein, Kringspieren samengetrokken
B
Pupil Klein, Lengtespieren samengetrokken
C
Pupil Groot, Kringspieren samengetrokken
D
Pupil Groot, Lengtespieren samengetrokken

Slide 21 - Quizvraag

Waar zitten de kringspieren en lengtespieren die gebruikt worden bij de pupilreflex?
A
In de Pupil
B
In het Harde Oogvlies
C
In het Netvlies
D
In de Iris

Slide 22 - Quizvraag

Timo leest in de zon een boek.
Hoe ziet zijn pupil eruit?
Hoe ziet zijn lens eruit?
A
Pupil Klein, Lens Bol
B
Pupil Klein, Lens Plat
C
Pupil Groot, Lens Bol
D
Pupil Groot, Lens Plat

Slide 23 - Quizvraag

Wat bescherm je met de pupilreflex?
A
Iris
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies

Slide 24 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
De kegeltjes liggen voornamelijk in de gele vlek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
De staafjes liggen vooral in de
blinde vlek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
In een goed verlichte ruimte worden alleen de kegeltjes in het netvlies geprikkeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Juist of Onjuist?
De drempelwaarde voor staafjes is lager dan die voor kegeltjes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Met welk onderdeel van je Centraal Zenuwstelsel hoor je?
A
Grote Hersenen
B
Kleine Hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 29 - Quizvraag

Wouter kijkt naar een boom in de verte.
Hoe is zijn lens?
Zijn de ogen in ruststand of niet?
A
Platte lens, ogen zijn in rust
B
Platte lens, ogen zijn niet in rust
C
Bolle lens, ogen zijn in rust
D
Bolle lens, ogen zijn niet in rust

Slide 30 - Quizvraag