Gesprek over leer-/werkbedrijf waar jij werkt.
Het gesprek moet ongeveer 4 minuten duren.
De volgende punten moeten aan bod komen tijdens het gesprek:
1. Spreek de medewerker van het Engelstalige bedrijf aan.
2. Stel jezelf voor.
3. Bied aan iets te vertellen over het bedrijf/de instelling waar je werkt.
4. Vertel wat jouw bedrijf/instelling doet.
5. Reageer op de vraag hoeveel medewerkers er bij het bedrijf/de instelling werken.
6. Reageer op de vraag sinds wanneer het bedrijf/de instelling bestaat.
7. Vertel wat je eigen mening is over het bedrijf/de instelling.
8. Nodig de medewerker uit om een keer langs te komen.
9. Leg uit waar het bedrijf/de instelling gevestigd is.
10. Neem afscheid van de medewerker.