Week 38

1 / 12
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Liebe Leon!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1.  Hausaufgaben kontrollieren
2. Wiederholen Seite 23 und 24 Lernbox
3. Seite 25 Lernbox: het lidwoord (neu!)
4. Hoofdletters (neu!)
4. Machen Aufgabe 33 (Seite 13)
4. Das Oktoberfest
Lesdoel: aan het eind van deze les weet je dat er mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden zijn en weet je wanneer je in het Duits hoofdletters gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholung Seite 23 und 24
i..
d.
e. / s.. / e.
w..
i..
s / S..
= ???
ww zijn (sein)
b..
....
...
....
...
....

Familie

broers en zussen

ouders

grootvader (opa)

Slide 5 - Tekstslide

De lidwoorden
Het Nederlands heeft drie lidwoorden; de, het en een.
Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld de vader, het schrift.
Zelfstandige naamwoorden zijn dus woorden waar je de, het of een voor kunt zetten.
De Nederlandse woorden de en het vertaal je in het Duits met 
der, die óf das

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
Zelfstandige naamwoorden worden in het Duits met een Hoofdletter geschreven! Dus:
• Alle woorden waar je ´de´, ´het´ of ´een´ voor kunt zetten (bv. de appel = die Apfel)
• Alle eigennamen van mensen, dieren, landen en steden
• Het begin van elke nieuwe zin
• Het woord ´u´ in het Duits ´Sie´

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Machen Aufgabe 33
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Nochmal der, die und das
.... Schule
.... Bruder
.... Kind
.... Lehrer
.... Schüler
.... Beziehung
Én? hebben we het lesdoel behaald?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video