Les 3

Criminaliteit
§3 - Oorzaken van criminaliteit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
§3 - Oorzaken van criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Les 1
  • 3.1 Oorzaken criminaliteit

Les 2
  • 3.2 Theorieën over criminaliteit


Slide 2 - Tekstslide

Afspraken LessonUp
  • Je volgt de icoontjes.
  • Bij onrechtmatig gebruik: blauwe kaart (2 uur nakomen).
  • Slecht laptop/telefoongebruik tijdens de les? Uitsluiting gebruik ervan.

Slide 3 - Tekstslide

Werken met LessonUp
Aantekening voor het examen
Opdracht
Meer informatie
Bronnen
Je mag je device gebruiken
Je mag samenwerken
Je moet je oortjes gebruiken
Je werkt zelfstandig
Examenvraag
Je werkt in stilte

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

3.1 Oorzaken criminaliteit

Slide 6 - Tekstslide

Individuele oorzaken/risicofactoren
  1. Psychische problemen/gedragsproblemen
  2. Onveilige opvoeding / thuissituatie
  3. Foute vrienden/ groepsdruk
  4. Alcohol en drugsgebruik

Deze individuele kenmerken leiden natuurlijk lang niet altijd tot crimineel gedrag, maar als je aan meerdere kenmerken voldoen dan neemt de kans wel toe.
Aantekening voor het examen

Slide 7 - Tekstslide

Beschermende factoren
Deze factoren zorgen er juist voor dat de kans verkleind wordt dat je crimineel gedrag gaat vertonen:
  • Werk en onderwijs
  • Relatie
  • Gezin
  • Sociale vaardigheden
Aantekening voor het examen

Slide 8 - Tekstslide

Maatschappelijke oorzaken
  1. Slechte levensomstandigheden​
  2. Anonieme samenleving (weinig sociale controle)​
  3. Gelegenheid maakt de dief​
  4. Minder besef van normen en waarden (Anomietheorie)​
  5. Gebrek aan maatschappelijke bindingen​
  6. Eens een dief altijd een dief
Aantekening voor het examen

Slide 9 - Tekstslide

Recidive
Recidive = opnieuw strafbare feiten plegen.
Aantekening voor het examen

Slide 10 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit

Slide 11 - Tekstslide

Theorieën over criminaliteit - 1
Aangeleerd gedragstheorie
Deze theorie gaat ervan uit dat crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit de eigen omgeving.

Aantekening voor het examen

Slide 12 - Tekstslide

Theorieën over criminaliteit - 2
Anomietheorie
  • Gebrek aan maatschappelijk succes
  • Crimineel gedrag ontstaat wanneer de door de samenleving gestelde levensdoelen worden nagestreefd, maar de middelen om deze te bereiken er onvoldoende zijn.

Aantekening voor het examen

Slide 13 - Tekstslide

Theorieën over criminaliteit - 3
Bindingstheorie
Maatschappelijke binding doet criminaliteit verminderen.

Aantekening voor het examen

Slide 14 - Tekstslide

Theorieën over criminaliteit - 4
Rationele-keuze theorie
Deze theorie stelt dat een misdrijf wordt gepleegd naar aanleiding van een rationele keuze. 
  • Gelegenheid maakt de dief.
Aantekening voor het examen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Theorieën over criminaliteit - 5
Etikettentheorie
Deze theorie stelt dat wanneer de omgeving het etiket 'crimineel' op een persoon drukt, die persoon zich hier ook naar gaat gedragen.
  • Vooroordelen
  • Etiketten 
Aantekening voor het examen

Slide 17 - Tekstslide

Theorieën over criminaliteit - 5
Neutraliseringstheorie
Deze theorie stelt dat crimineel gedrag bij jongeren vaak onder groepsdruk gebeurd, waardoor het slechte gedrag wordt ontkend.
Aantekening voor het examen

Slide 18 - Tekstslide

Theorieën die crimineel gedrag mogelijk verklaren
  • Aangeleerd-gedragtheorie
  • Bindingstheorie
  • Anomietheorie
  • Rationele-keuze-theorie
  • Etikettentheorie
  • Neutraliseringstheorie

Slide 19 - Tekstslide

Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.      
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie

Slide 20 - Quizvraag


Situatie: Timo heeft geen
goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds
veel alleen buiten en is hij
crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen. 
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie

Slide 21 - Quizvraag