Hoofdstuk 1 kosten van het totale vermogen

Hoofdstuk 1
1.4 kosten totale vermogen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
financieel 1MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
1.4 kosten totale vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Wat weet ik er al van? en nakijken
Wat ga ik vandaag leren?
Uitleg
Maken opgaven.
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Hoe wordt de resultatenrekening ook wel genoemd?
A
Saldibalans
B
Winst- en verliesrekening
C
Winstrekening
D
Balans

Slide 3 - Quizvraag

Berke leent per 1 juli 2020 voor zijn bedrijf € 150.000,- tegen 3% rente. Wat zijn de rentekosten in 2020?

A
€ 4500
B
€ 2250
C
€ 3000
D
€ 1500

Slide 4 - Quizvraag

Als ik wil weten hoeveel ik aan verkoopkosten heb gedad, dan kijk ik op de?
A
Balans
B
Resultatenrekening

Slide 5 - Quizvraag

Doel
Na vandaag kan ik de kosten van het totale vermogen berekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Kosten van het totale vermogen. 


Gewaardeerde interest eigen vermogen + interest vreemd vermogen = kosten van het totale vermogen. 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tussentijds aflossen of bijlenen
Joost Kolen leent op 1 maart € 19.500,- voor de aanschaf van een bestelbus. Op 31 augustus van dit jaar lost Joost € 2.500,- af. Het rentepercentage voor de lening is 4,5%.
Wat zijn zijn rentekosten voor dit jaar?

Slide 9 - Tekstslide

De rentekosten voor dit jaar zijn dan:

rente 6 maanden:
(€ 19.500,- x 4,5 x 6) ÷ (100 x 12) = € 438,75
rente 3 maanden:
(€ 17.000,- x 4,5 x 4) ÷ (100 x 12) = € 255,00
                                                                                             +
Totale rentekosten                               € 693,75


















Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maken
Opdracht 19 tm 25

Slide 12 - Tekstslide

Einde les
Huiswerk
opgaven 19 tm 25 hoofdstuk 1

Slide 13 - Tekstslide